Tijdelijke uitzonderingen ingevolge artikel 54, vierde lid.
Een bij of krachtens de wet ingestelde persoonsregistratie, die
reeds bestond bij de inwerkingtreding van de WPR en niet vol
doet of zelfs strijdig is met de bepalingen van deze wet, kan
ingevolge artikel 54, vierde lid van de WPR bij algemene maat
regel van bestuur voor maximaal drie jaar worden van de werking
van de WPR worden uitgezonderd.
In die drie jaar heeft de wetgever de tijd de wet voor die re
gistratie aan de passen aan de bepalingen van de WPR. In som
mige gevallen (b.v. bij de bevolkingsadministratie) zal de tij
delijke uitzondering gevolgd worden door een permanente uitzon
dering, op basis van artikel 2 van de wet, doordat een derge
lijke registratie een eigen wettelijke regeling heeft, die vol
doet aan de eisen van artikel 10 van de Grondwet.
Bij Koninklijk besluit van 16 juni 1989 (Stbl.1989, 238) zijn
de volgende persoonsregistraties tijdelijk van de WPR uitgezon
derd:
a. de registers, ingesteld bij of krachtens de Wet op de justi
tiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag
Stbl1955395).
Toelichting:
Dit zijn door de justitiële documentatiedienst bijgehouden
strafregisteres en algemene documentatieregisters.
b. het testamentenregisteringesteld bij de Wet op het cen
traal testamentenregister (Stbl.1977, 25).
Toelichting:
Heeft betrekking op de nog in leven zijnde personen, omdat
de gegevens van overleden personen openbaar zijn en op die
grond ingevolge artikel 2, 2e lid onder a reeds buiten de
werking van de WPR vallen.
c. de registers ingesteld krachtens de Wet bevolkings- en ver
blijfsregisters (Stbl.1887, 67).
Toelichting:
Dit betreffen alle gemeentelijke registers ter uitvoering
van het Besluit bevolkingsboekhouding (Stbl.1967, 442).
Dit besluit zal binnen afzienbare tijd worden vervangen door
de GBA, waarin wordt voorzien in regels ter bescherming van
de persoonlijke levenssfeer volgens de algemene normen van
de WPR.
Het ligt dan ook in de bedoeling te zijner tijd in artikel 2
van de WPR te bepalen, dat die wet niet van toepassing is op
persoonsregistraties, gehouden ingevolge de GBA.
d. het centrale register inschrijving studenten h.o., ingesteld
bij de Wet op het wetenschappelijk onderwijs (Stbl.1986,
414), de Wet op het hoger beroepsonderwijs (Stbl.1986, 289)
en de Wet op de open universiteit (Stbl.1984, 573).
e. het register van opgegeven kentekens en het register betref
fende afgegeven rijbewijzen, ingesteld krachtens de Wegen
verkeerswet (stbl.1935, 554).
Toelichting:
Heeft betrekking op gegevens uit het Kentekenregister en het
Centraal Register Rijbewijzen.
- 6 -