- 14 -
van gegevens en bestand en op de bescherming van de vertrouwe
lijkheid van gegevens.
Dit kunnen technische maatregelen zijn, zoals het opbergen van
magneetbanden, schijven e.d. in kluizen en maatregelen in de
organisatorische sfeer.
Bij dit laatste valt te denken aan het vereisen van een func
tiescheiding, dat wil zegen: opslag, bewerking en controle ge
schieden door afdelingen of functionarissen die in de organi
satie hiërarchisch onafhankelijk van elkaar werken.
Artikel 14
Omdat op het moment van de inwerkingtreding van de verordening
de Wet GBA nog niet van kracht zal zijn, wordt de inwerkingtre
ding van de op deze wet betrekking hebbende bepalingen in arti
kel 2, lid 2 en artikel 6 uitgesteld tot de Wet GBA kracht van
wet heeft gekregen.
Artikel 15
Vooruitlopende op de totstandkoming van landelijke wetgeving
ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer, besloot de
gemeenteraad op 9 januari 1986 tot vaststelling van de "Priva-
cyverordening 1986".
Door de inwerkingtreding van de WPR vervallen ingevolge artikel
194 van de Gemeentewet die bepalingen van de Bredase verorde
ning, waarin op dat moment door de WPR wordt voorzien.
Omdat de aanvullende bepalingen op de WPR zijn opgenomen in de
onderhavige verordening, kan de "Privacyverordening 1986" op
het moment van de inwerkingtreding van de verordening verval
len