nr. 9 blijkt dat in 1989 een omvangrijke voorlichtingscampagne is gevoerd voor de bijdrageregeling sportieve voorzieningen. In 1990 zal de voorlichting zich naast de algemene voorlichting over de door de G.S.D. uit te voeren wetten en regelingen zich moeten richten op het minimabeleid. Daarbij zal bijzondere aandacht worden geschonken aan de mogelijkheden van bijstands verlening voor bijzondere kosten mede in relatie tot hetgeen onder c. aan Uw raad wordt voorgesteld. Aan Uw raad wordt voorgesteld in te stemmen met handhaving van het budget voor voorlichting in het kader van het minimabeleid. c. Bijdrageregeling drempelbedrag bijzondere kosten Ons college heeft zich gebogen over de vraag welke regeling in 1990 getroffen zou kunnen worden ter vervanging van de Bijdrageregeling sportieve voorzieningen, waarbij de doelstelling was dat een grotere groep daarvan gebruik zou maken en dat ook de doelgroep minder beperkt van omvang zou zijn. Ons college is van oordeel, dat een bijdrageregeling welke voorziet in een lokale bijdrage in het drempelbedrag, dat burgers zelf dienen te betalen voor bijzondere kosten, daaraan het meest tegemoet komt. Ons college stelt U dan ook voor bijgaand voorstel van een "Bijdrageregeling drempelbedrag bijzondere kosten" vast te stellen. Voor de nadere motivering en toelichting moge worden verwezen naar de bij het voorstel gevoegde toelichting. d. Doorstromingsfonds Door Uw raad werd in 1989 een "Bijdrageregeling verhuis- en inrichtingskosten" vastgesteld. Van deze regeling werd een optimaal gebruik gemaakt. Het daarvoor beschikbaar gestelde budget werd volledig gebruikt. Aan Uw raad wordt voorgesteld ook voor 1990 een dergelijke regeling vast te stellen. Een voorstel daarvoor treft U bijgaand aan. Daarbij zij opgemerkt, dat de voorgestelde regeling niet afwijkt van de voor 1989 door Uw raad vastgestelde regeling. Ten aanzien van de beschikbare middelen dient opgemerkt te worden, dat eenmalig hiervoor een bedrag van f 50.000,00 beschikbaar was gesteld. Zulks betekent, dat thans opnieuw budget zal moeten worden vastgesteld voor dit fonds, aangezien dat budget niet is opgenomen in de voor het minimabeleid vastgesteld budget. Ons college stelt Uw raad voor ermee in te stemmen dat voor 1990 een bedrag van f 100.000,00 beschikbaar wordt gesteld uit de middelen welke in 1989 niet werden gebruikt. 3. Financiële aspecten Ten aanzien van de financiële aspecten van het minimabeleid zou een en ander het volgende resultaat opleveren:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 60