nr. 129
een zo veel mogelijk gelijke rechtspositie ook voor het onder
wijzend personeel van de muziekschool past niet de tot nu toe
gebruikelijke aanstelling waarbij het aantal lesuren jaarlijks
door de directeur wordt vastgesteld en daardoor jaarlijks kan
wisselen, met daaraan gekoppeld een garantieregeling op basis
van 75% van het aantal voorheen gegeven uren. Daarom is gekozen
voor een aanstelling voor een vast aantal uren. Voorzover les
sen in niet gevestigde disciplines worden gegeven, zal dit bin
nen de mogelijkheden van het algemeen ambtenarenreglement in de
vorm van project-onderwijs geschieden. Bij ontslag tengevolge
van vermindering van het aantal lesuren ontstaat aanspraak op
wachtgeld c.q. uitkering zodat de garantieregeling kan verval
len. In verband hiermee wordt ook de bestaande afvloeiingsre
geling ingetrokken en vervangen door een inhoudelijk gelijke
nieuwe regeling.
De voorgestelde wijziging geeft een belangrijk grotere rechts
zekerheid aan docenten in vaste dienst maar vraagt anderzijds
een grotere flexibiliteit met betrekking tot de inzet en de be
reidheid tot her-, bij- en nascholing.
De voorlopige medezeggenschapscommissie van de stedelijke mu
ziekschool/centrum voor kunstzinnige vorming heeft in de verga
dering van 4 mei 1990 met de voorstellen ingestemd. De commis
sie voor gemeentelijk overleg in personeelszaken en de commis
sie P.O.I. kunnen zich met dit voorstel verenigen.
Burgemeester en wethouders van Breda,
- 2 -