nr. 136 3 16. De gemeente neemt op zich op haar kosten de tussen de op te richten kantoorgebouwen geplande ontsluitingsweg met daarin op te nemen (nutsvoorzieningen zoals riolering, gas, water, elektrici teit enz. aan te leggen. Alle voorzieningen, zoals nutsleidingen, verhardingen, groen, riolering enz., die op of in de verkochte grond dienen te worden aangebracht, komen voor rekening van de koper. 17. Koper is bekend met de aanwezigheid van een riooltransportleiding bij of in de verkochte grond en neemt op zich, indien en voorzover nodig, het daarvoor gevestigde zakelijk recht met alle daaraan verbonden rechten en plichten en lusten en lasten, te respecteren. 18. In geval koper zijn verplichtingen als omschreven in de bepalingen 14 en 15 niet nakomt verbeurt hij, zonder dat enige ingebrekestel ling of rechterlijke tussenkomst is vereist, een direct opeisbare en niet voor matiging vatbare boete van 10.000,00 (zegge: tienduizend gulden) voor elke dag dat hij nalatig is. 19. Koper of diens rechtverkrijgenden moeten gedogen, dat palen, lantaarnpalen, kabels, draden, isolatoren, rosetten, aanduidings borden en pijpleidingen, voor openbare doeleinden bestemd op, in, aan of boven het verkochte en de daarop opgerichte opstallen worden aangebracht en onderhouden, op de plaatsen waar en de wijze, waarop het college van burgemeester en wethouders dit nodig zal achten; omtrent bedoelde plaats en wijze wordt tevoren met de eigena(a)r(en) overlegd; koper of diens rechtverkrijgenden zijn verplicht al hetgeen krachtens deze bepaling is aangebracht te laten bestaan. Het college van burgemeester en wethouders zal in daarvoor in aanmerking komende gevallen een billijke vergoeding voor als gevolg van de bovengenoemde gedoging -werkelijk geleden schade toekennen. 20. De bepalingen onder 7, 10, 11 en 19, alsmede deze bepaling, moeten bij elke vervreemding van het gehele voormelde onroerend goed of een gedeelte daarvan, alsmede bij elke toekenning van een zakelijk genotsrecht op het gehele onroerend goed of een gedeelte daarvan, aan de opvolgende eigena(a)r(en) of de zakelijk gerechtigde(n) worden opgelegd en worden bedongen ten behoeve van de gemeente Breda, tenzij de bedoelde bepalingen inmiddels zijn uitgewerkt; bij niet-nakoming van deze bepalingen verbeurt de nalatige partij, zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist, ten behoeve van de gemeente Breda een direct opeisbare boete van 100.000,00. III. te bepalen, dat de opbrengst uit de verkoop van de hiervoor sub I aangeduide grond, ten gunste wordt gebracht van het grondbedrijf. Aldus besloten in zijn openbare vergadering van g jyyj jggg De raad voornoemd,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 657