aan de raad der gemeente Breda nr. 143 nr. BJZ/906806731 Voorstel van burgemeester en wethouders tot niet-ontvanke- lijkverklaring van het door de Coornhertstichting inge diende beroepschrift tegen het weigeren van subsidie voor toekenning van de Coorn- hertprijs 1990. 1. Inleiding. Op 19 januari 1990 besloten wij de Coornhertstichting geen subsi die te verlenen voor het in 1990 toekennen van de Coornhertprijs Tegen deze beslissing werd bij brief van 25 februari 1990 door genoemde stichting - verder te noemen appellante - op grond van de Subsidieverordening welzijn 1987, beroep ingesteld bij uw raad. Overeenkomstig het bepaalde in de Regeling behandeling bezwaar- en beroepschriften is het beroepschrift in handen gesteld van de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften ter voorbereiding van de terzake te nemen beslissing. 2. Het advies van de Commissie voor de bezwaar- en beroepschriften. Met betrekking tot de ontvankelijkheid van appellante heeft de commissie het volgende vastgesteld. Tegen de op 19 januari 1990 genomen beslissing kon, op grond van artikel 19, derde lid, van de Subsidieverordening welzijn 1987, beroep worden ingesteld binnen dertig dagen na de dag, waarop de aangevallen beslissing is verzonden. De beslissing is verzonden op 19 januari 1990. Het beroepschrift is dus na het verstrijken van deze termijn inge diend. Ingevolge de tweede volzin van genoemd artikellid, blijft niet-ontvankelijkheid bij indiening van het beroepschrift na afloop van deze termijn achterwege indien appellante aantoont dat zij het beroep heeft ingesteld zo spoedig als dit redelijker wijs van haar verlangd kon worden. De in het beroepschrift gege ven verklaring - redenen van efficiency - achten wij onvoldoende om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Appellante is immers tijdig en voldoende in een voetnoot bij de beschikking op de hoogte gesteld van de indieningstermijn en was dus rede lijkerwijs in staat het beroepschrift, vóór het verstrijken van die termijn, in te dienen. Het beroepschrift is volgens de commissie dan ook kennelijk niet-ontvankelijk zodat een hoorzitting, gelet op artikel 19, zesde lid, van de Subsidieverordening welzijn 1987, achterwege kon blijven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 686