aan de raad der gemeente Breda CW/907906501 nr. 145 Voorstel inzake de verzoeken om planschadevergoe ding als gevolg van de realisering van de woon wagenlocaties aan de Ruitersboslaan en de Jacob Catssingel 1. Inleiding Naar aanleiding van de realisering van woonwagenstandplaatsen aan de Ruitersboslaan en de Jacob Catssingel is bij uw raad een 24-tal verzoeken om schadevergoeding op basis van artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening (W.R.O.) ingediend. In de vergadering van uw raad dd. 26 februari 1987 heeft u deze verzoeken om schadevergoeding gemotiveerd afgewezen (zie de voor u ter inzage gelegde bijlage 1: raadsbesluit dd. 26 februari 1987 plus het daarbij behorende raadsvoorstel). Zoals u bekend is hebben M. van Dael, Papagaaienlaan 8 te Wassenaar; de heer en mevrouw Mosheuvel, Jacob Catssingel 15; de heer en mevrouw Wanrooij, Jacob Catssingel 17; D. Juch, Sibeliuslaan 7; E. Polak, Rechterenstraat 92; J. Tebbe, Hertog Hendriklaan 5 (voorheen Beethovenlaan 8); A. Smulders, Montenslaan 1; de heer en mevrouw Heere, Beethovenlaan 3; mevrouw H. Jongstra van Overveld, Ruitersboslaan 76; C. Talboom, Montenslaan 3; H. van Heeswijk, Mendelssohnlaan 2; G. Rijnders, Ruitersboslaan 45; P. Kuijpens, Beethoven laan 4 en mevrouw F. Houben-AraudBeethovenlaan 11 beroep aangetekend tegen uw besluit dd. 26 februari 1987 en heeft de Afdeling voor de geschillen van bestuur van de Raad van State het besluit vernietigd op grond van art. 2 lid 1, onder d. van de Tijdelijke Wet Kroongeschillen (zie de voor u ter inzage gelegde bijlage 2: uitspraak van de Afdeling voor de geschillen van bestuur van de Raad van State dd. 22 maart 1989). Aan haar uitspraak dd. 22 maart 1989 heeft de Afdeling voor de geschillen van bestuur de verplichting voor uw raad gekoppeld om binnen zes maanden, dat wil zeggen voor 22 september 1989, opnieuw in de zaak te voorzien. In verband met het feit dat wij ondanks herhaald aandringen pas op 22 januari 1990 het nader advies van de schadebeoordelingscommissie hebben ontvangen zijn wij niet in staat geweest u binnen de gestelde termijn een nieuw voorstel te doen. Over deze termijnoverschrijding hebben wij uw raad en betrokkenen tijdig geïnformeerd. 2. Stand van zaken van de procedures op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening met betrekking tot de woonwagenlocaties In de vergadering van uw raad dd. 30 september 1982 heeft uw raad de bestem mingsplannen woonwagenstandplaatsen Ruitersboslaan en Jacob Catssingel vastgesteld. Het bestemmingsplan woonwagenstandplaatsen Jacob Catssingel is bij Koninklijk Besluit (KB) dd. 6 november 1985 onherroepelijk goedgekeurd. De Kroon heeft bij besluit dd. 28 oktober 1987 gedeeltelijk goedkeuring aan het bestemmingsplan woonwagenstandplaatsen Ruitersboslaan onthouden. De tegen dit bestemmingsplan ingebrachte bezwaren werden door de Kroon inhoude lijk niet gedeeld. Niettemin onthield de Kroon toch goedkeuring aan het plan omdat een betere inpassing van het woonwagencentrum mogelijk lijkt. Het Koninklijk Besluit dd. 28 oktober 1987 heeft aanleiding gegeven het bestemmingsplan "woonwagenstandplaatsen Ruitersboslaan" te herzien. In het herziene plan zijn de twee standplaatsen aan de zijde van de Montenslaan vervallen. Deze terreinen zijn bestemd voor groenvoorzieningen. In plaats van de tweede standplaats aan de westzijde is in het herziene plan aan de westzijde van een plangebied een standplaats toegevoegd. Voor het overige stemt het herziene plan overeen met het oorspronkelijke plan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 691