nr. 146
2
INHOUD VAN DE BEZWAARSCHRIFTEN
Het onder I genoemde bezwaarschrift:
a. In het Koninklijk Besluit van 28 oktober 1987, nr. 189, is bepaald, dat
een ruimtelijke scheiding van tenminste 75 meter tussen de een
gezinswoningen en het woonwagencentrum noodzakelijk is en
- een goede visuele afscherming dient te worden gerealiseerd door
een groenblijvende beplanting, welke een tenminste 10 meter brede
gordel vormt om het woonwagencentrum.
Het ontwerp bestemmingsplan woonwagenstandplaatsen Ruitersboslaan
voldoet niet aan deze door de Kroon geformuleerde criteria.
b. een beroep op enig overgangsrecht niet mogelijk is. Als dit mogelijk
zou zijn, had de Kroon daar in zijn uitspraak wel rekening mee gehouden.
Toepassing van de anticipatieprocedure mag niet leiden tot een ontkrach
ting van de bestemmingsplanprocedure.
c. de gemeente bij het afgeven van de vergunningen die via de zogenaamde
anticipatieprocedure zijn verleend rekening had moeten houden met het
voorlopige karakter van de locatie. In de factor bouwvergunning kan dan
ook geen argument ter ondersteuning van het ontwerp-plan worden gevonden.
Ditzelfde geldt voor de factor geluidhinder. Ook de opvatting dat
geluidhinder geen argument zou zijn dat gewogen moet worden bij kwesties
de ruimtelijke ordening betreffende, verschaft geen argument.
Het onder II genoemde bezwaarschrift:
a. Het Koninklijk Besluit van 28 oktober 1987 is niet in acht genomen.
Gewezen wordt op de 75 meter lijn en de 10 meter brede gordel van
groenblijvende beplanting rondom het centrum. In artikel 30 lid 1
W.R.O. is bepaald dat het Koninklijk Besluit in acht genomen dient te
worden.
b. De gemeente had er rekening mee moeten houden, dat anticipatie zou
kunnen leiden tot een niet met de eindbeslissing inzake het bestemmings
plan rijmende situatie, zodat er geen plaats is voor de constatering,
dat de thans bestaande feitelijke toestand beschermd moet worden.
c. De in de artikelen 3 sub II onder 5a, 3 sub III onder 7a, 4 sub II
onder 3a en 6 sub la en b, 2a en 2e opgenomen voorschriften zijn
strijdig met de aan buurtbewoners gedane toezeggingen en houden geen
enkele waarborg in tegen willekeur jegens de buurtbewoners
Het onder III genoemde bezwaarschrift
a. Het ontwerp-plan doet geen recht aan de essentie van het Koninklijk
Besluit van 28 oktober 1987, inhoudende dat het woonwagencentrum alsnog
beter in de wijk gepast moet worden.
b. Reeds bij het voeren van de zogenaamde anticipatieprocedures op grond
van artikel 19 is de gemeente gewezen op het feit dat vooruitlopen op
een nog goed te keuren raadsbesluit ipso facto risico's inhoudt en
uiteraard juridische en financiële gevolgen kan hebben.
Thans wordt hier volledig aan voorbijgegaan. Het ontwerp bestemmingsplan
voorziet, met beroep op een in tijdsduur onbeperkt 'overgangsrecht', in
handhaving van de huidige situatie van het woonwagencentrum (op één
illegale standplaats, die al lang opgeheven had moeten worden, na).
c. De gemeente heeft de in de W.R.O. genoemde uitsteltermijnen voor
herziening van het raadsbesluit ruimschoots overschreden.