4
nr. 14^
f. Er wordt een beroep op overgangsrecht gedaan. Ik heb in de W.R.O. geen
bepalingen over overgangsrecht aangetroffen. Er is echter een bepaling
in de gemeentewet waardoor geen overgangsrecht mogelijk is. Artikel 190
van die wet luidt: "Vernietiging brengt mede vernietiging van alle
daarvoor vatbare gevolgen der vernietigde bepalingen voorzover bij Ons
besluit niet anders is bepaald".
De Kroon heeft de goedkeuring aan het raadsbesluit van 30 september
1982 onthouden. Onthouden van goedkeuring is het zelfde als vernietiging
Dus er is niets. De Kroon heeft geen voorbehoud gemaakt ten aanzien van
de gerealiseerde 8 bergingen met sanitaire voorzieningen. Deze mogen er
niet blijven staan.
Het onder VII genoemde bezwaarschrift.
a. De gemeente dient zich te houden aan de op de plankaart tot uitdrukking
gebrachte opdracht het gehele plan te herzien. Zulks betekent dat de
bestemming woonwagenstandplaatsen opnieuw voor het gehele terrein ter
discussie moet worden gesteld. Omdat er veel bezwaren bestaan tegen de
bestemming woonwagenstandplaatsen kan de conclusie geen andere zijn dan
dat een bestemming woonwagenstandplaatsen niet aan het onderhavige
perceel mag woren gegeven. Verwezen wordt naar de conclusie van het
advies van het Bureau van de Adviseur ten behoeve van de Raad van State
van het ministerie van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en
milieubeheer van 28 december 1984
b. Ontwerp bestemmingsplan woonwagenstandplaaatsen Ruitersboslaan voldoet
niet aan de eisen welke in het Koninklijk Besluit van 28 oktober 1987
zijn gesteld ten aanzien van de inpasbaarheid van het woonwagencentrum.
- Op de bij het bezwaarschrift gevoegde kaart bedraagt de kortste
afstand van gevel tot gevel tussen het dichtstbijstaande huis en
de dichtstbijstaande woonwagen slechts 3£ meter. Indien de 75
metergrens van de perceelgrens moet worden gemeten bedraagt die
afstand slechts 33 meter.
- In het ontwerp-plan bedraagt de totale lengte van het woonwagenkamp
104 meter met een breedte van 25 meter. De omtrek van het woonwagen
kamp bedraagt derhalve 258 meter. Een groengordel om het kamp zou
derhalve een minimale lengte van 250 meter (258 meter minus
uitritten) moeten hebben. In het thans ter visie gelegde plan is
een groenvoorziening geprojecteerd met een totale lengte van 20
meter
c. In de toelichting van het ontwerp-plan wordt een beroep op het overgangs
recht gedaan. Dit moet als fraus legis worden aangemerkt; immers doel
en strekking van de wet zouden kunnen worden miskend, indien een
dergelijk beroep op overgangsrecht zou worden gehonoreerd.
Aan het hanteren van een anticipatie is inherent, dat het risico
bestaat dat hetgeen men wil verwezenlijken, uiteindelijk niet gereali
seerd mag worden. Ware zulks anders dan worden alle rechten van bezwaar
en beroep, welke in de W.R.O. gegeven zijn, tot een farce gedegradeerd.
Met het beroep op het overgangsrecht worden doel en strekking van de
W.R.O. dan ook miskend en is er sprake van een handelen in fraudem
legis. Dit klemt te meer nu duidelijk is dat in de anticipatieprocedure
slechts een marginale toetsing van bezwaren plaatsvindt, aangezien deze
bezwaren pas in het Kroonberoep werkelijk worden getoetst. Wat dit
laatste betreft wordt verwezen naar de Afdelingsuitspraak van 1 oktober
1985.