6 nr. 146 Overigens zijn wij van oordeel dat de door de Kroon geformuleerde afstands norm van 75 m tussen het woonwagencentrum en de villa's om hinder van "binnenshuise" geluidproduktie ten opzichte van elkaar te voorkomen niet past in het formele afstemmingskader welke de ruimtelijke ordening kent ter voorkoming van geluidhinder. Formeel zijn alleen geregeld afstandsnormen ter voorkoming of beperking van geluidhinder tengevolge van verkeerslawaai en industrielawaaiNormen voor de afstand tussen woningen onderling of tussen woningen en woonwagens ter voorkoming van hinder van "binnenshuise" geluid produktie vormen geen randvoorwaarden voor een planologische beoordeling. In het ontwerp-plan is de standplaats aan de zijde van de Montenslaan vervallen. Dit terrein is bestemd voor groenvoorzieningen. Na heroverweging komt het ons gewenst voor ook de tweede standplaats aan de zijde van de Montenslaan te laten vervallen. Het woonwagencentrum bestaat nu inmiddels reeds 6 jaar. In deze periode zijn vanuit de wijk Ruitersbos op vele momenten bezwaren ingediend en beroepen ingesteld tegen de situering van het woonwagencentrum en de afzonderlijke standplaatsen. Los van ons standpunt over de ingediende bezwaren zijn wij van mening dat enerzijds recht moet worden gedaan aan de rechten die de bewoners van het woonwagencentrum kunnen ontlenen aan de verleende bouwvergunningen die onherroepelijk rechtskracht hebben maar dat anderzijds een voortdurend verzet tegen het woonwagencentrum niet in het belang van dit centrum is. Wij zijn daarom van mening dat zowel het belang van het woonwagencentrum als ook het belang van de wijk Ruitersbos ermee gediend is wanneer de standplaats Ruiterboslaan 49 (gelegen naast de vervallen standplaats aan de zijde van de Montenslaan) vervalt, zodat een betere inpassing van het woonwagencentrum mogelijk wordt. ad I b. Vastgesteld kan worden dat het fei.t dat reeds 8 standplaatsen via de zoge naamde anticipatieprocedure tot stand zijn gekomen de beoordeling door de Kroon van de ingediende bezwaren niet in de weg heeft gestaan. Immers, de tegen het oorspronkelijke plan ingediende bewaren hebben geleid tot het gedeeltelijk onthouden van goedkeuring aan dat plan, omdat het centrum beter moet worden ingepast. De gedeeltelijke onthouding van goedkeuring betekent evenwel niet dat de rechtmatig tot stand gekomen standplaatsen niet op enige wijze beschermd dienen te worden. Weliswaar heeft de Kroon dit niet expliciet in zijn uitspraak vermeld, doch dit vloeit rechtstreeks voort uit de juris prudentie en het systeem van de wet. Zoals ook reeds in de toelichting op de planwijziging is aangegeven betekent dit dat bij invoering van een regeling die de bestaande toestand niet dekt, de rechmatig tot stand gekomen standplaatsen in ieder geval bescherming moeten vinden in het overgangsrecht. Daarbij zou gekozen kunnen worden voor het opnemen van overgangsbepalingen. Gelet op het feit dat de Kroon de locatie op zich aanvaardbaar vindt is er evenwel voor gekozen het centrum ook in het herziene plan positief te bestemmen, zij het dat voorgesteld wordt de twee standplaatsen aan de zijde van de Montenslaan te laten vervallen en met groenvoorzieningen in te richten. Voor wat betreft deze twee standplaatsen het volgende. Voor de standplaats direct grenzend aan de Montenslaan is destijds wel een anticipatieprocedure gevoerd, maar is de verklaring van geen bezwaar door de voorzitter van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State geschorst. Het tot groenvoorzie ningen bestemmen van deze standplaats stuit derhalve niet op overwegende problemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 707