nr. 146
9
Voor wat betreft de opmerking dat in de anticipatieprocedure slechts een
marginale toetsing van bezwaren plaatsvindt het volgende. Omdat de Afdeling
rechtspraak van de Raad van State bij Arob-beroep tegen administratieve
beschikkingen volledig aan geschreven en ongeschreven recht toetst kan niet
gesteld worden dat de Afdeling bezwaren destijds slechts marginaal getoetst
heeft. Alle belangen afwegend heeft de Afdeling destijds geoordeeld dat
overgegaan mocht worden tot het oprichten van bergingen met sanitaire
ruimten ten behoeve van woonwagenstandplaatsen.
Appellant is tenslotte van oordeel dat het gewekte vertrouwen niet mag
worden beschaamd. Wij zijn van oordeel dat in casu geen sprake is van
beschamen van gewekt vertrouwen. In onze optiek wordt de Kroonuitspraak
geëerbiedigd. Ons voorstel betekent een betere inpassing van het centrum.
ad VII d.
Van de twee te vervallen standplaatsen is alleen de tweede standplaats aan
de zijde van de Montenslaan onder het overgangsrecht gebracht.
Zoals hiervoor reeds is aangegeven is de standplaats direct grenzend aan de
Montenslaan illegaal tot stand gekomen. De gebruiker van deze standplaats is
door ons gewezen op het feit dat het gebruik dat hij van de standplaats
maakt illegaal is. Tevens is de gebruiker geïnformeerd over ons voornemen om
tegen dit illegale gebruik op te treden. Gelet op het hiervoor gestelde valt
de standplaats direct grenzend aan de Montenslaan niet onder het overgangs
recht
Het ligt in onze bedoeling om zo spoedig mogelijk na het vaststellen van het
plan op de twee standplaatsen aan de zijde van de Montenslaan de bestemming
groenvoorzieningen te realiseren.
CONCLUSIE
Gelet op het hiervoor gestelde stellen wij u voor het ontwerp bestemmingsplan
woonwagenstandplaatsen vast te stellen onder gelijktijdige vaststelling van
de volgende wijziging in het plan:
- het laten vervallen van de tweede standplaats aan de Montenslaan;
- de vervallen standplaats bestemmen als "openbaar groen";
- aan de westzijde van het plangebied een standplaats toevoegen.
Het laten vervallen van een tweede standplaats aan de Montenslaan en het
inrichten van dit terrein met afschermend groen, alsmede de aanleg van een
nieuwe standplaats aan de westzijde van de woonwagenlocatie brengen extra
kosten met zich mee. Voor de economische uitvoerbaarheid verwijzen wij u
naar de paragraaf Economische uitvoerbaarheid op pagina 5 van de toelichting
van het bestemmingsplan.
Samenvattend zijn wij van oordeel dat ons voorstel zowel recht doet aan het
Koninklijk Besluit van 28 oktober 1987 als aan de feitelijke situatie.
Wij stellen u voor om te besluiten, zoals in bijgevoegd concept besluit is
aangegeven.
Het onderhavige voorstel is op 13 juni 1990 in de commissie ruimtelijke
ordening, verkeer en vervoerbesproken.
Burgemeester en wethouders van Breda,