nr. 147
-2-
Een en ander spitst zich toe op keuzes die vooral gelden voor de begrenzing
en de inpassing van de bedrijfszone ten opzichte van de omgeving.
De uitgangspunten, ook op te vatten als doelstellingen voor het plan, worden
als volgt samengevat:
- behoud en versterking van de aanwezige beplanting langs de Rietdijk en
Achter Emer als exponent van het agrarisch middengebied ("open field"
type) en ook als landschapsbuffer;
- behoud van enkele voor het beemdengebied kenmerkende veldwegen en
houtwallen;
- de tracés van de waterlopen, benodigd voor de waterhuishouding hand
haven inclusief de waterkerende zone langs de Mark, waarin kaden en
kwelsloten zijn opgenomen;
- verkaveling en ontsluiting van het bedrijventerrein afstemmen op de
schaal van het bestaande landschap;
langzaamverkeersroutes over de bestaande wegen en de mogelijkheid van
een route langs de Mark;
- ontsluiting vanaf de Emerparklaan en een verbinding met Hintelaken
opnemen in het plan;
- de meer representatieve bouw richten op de omringende hoofdinfrastruc
tuur.
Uit een door de afdeling statistiek en onderzoek gehouden onderzoek naar de
behoefte aan bedrijfs- en kantoorterreinen in de periode 1985-1993 blijkt
dat in de gemeente Breda voor de totale periode een tekort is van ca. 45 ha
bedrijfsterrein. Daarbij is het gebied Achter Emer met ca. 14 ha uitgeefbaar
terrein in het bestaande aanbod opgenomen. De uitgifte van bedrijfsterrein
is de laatste jaren dermate toegenomen dat nauwelijks nog van direct uitgeef
baar terrein kan worden gesproken.
Het is derhalve dringend gewenst dat het gebied Achter Emer voor uitgifte in
exploitatie kan worden genomen.
Gezien de stijging in gronduitgifte mag worden aangenomen dat dit gebied in
de periode 1989-1991 in zijn geheel wordt uitgegeven. Het gebied is zodanig
ingericht, dat in de behoefte aan bedrijfspercelen met een omvang van 1.500
tot 5.000 m2 en enkele grotere percelen kan worden voorzien.
Bij de ontsluiting en verkaveling van de bedrijfsterreinen wordt uitgegaan
van de schaal van het landschap ter plaatse. Dit is aan de Markzijde open en
grootschalig beheerst door de rivier en enkele mooie houtwallen. Agrarische
bebouwing en erfbeplanting ontbreekt. Aan de westzijde van het plangebied is
het landschap intiem en kleinschalig veroorzaakt door de aanwezige agrarische
bebouwing met veel erfbeplanting, boomgaardjes en houtwallen.
Het ligt derhalve in het voornemen, gelet op het streven naar behoud van
diverse landschapselementen in het gebied, met de verkaveling op dit onder
scheid in typologie in te spelen.
Aan de westzijde van het plangebied zijn kleine bedrijven en kantoren
geprojecteerd passend in een ter plaatse voorkomende schaal. Verder naar het
oosten en noorden voorbij de langzaamverkeersroute vindt geleidelijk een
schaalvergroting plaats namelijk kleinere bedrijven aan de grens met de
Achter Emer gaan over in middelgrote tot grote bedrijven.