nr. 147
-5-
Hinder
De reeds aanwezige bedrijven, zowel in als buiten het plangebied vormen geen
belemmeringen voor realisering van de voorgestane bestemmingen. Deze bestem
mingen zullen geen onaanvaardbare hinder voor de woonbebouwing in en ten
westen van het plangebied opleveren.
Zoals reeds vermeld in de aanhef is het ontwerp-bestemmingsplan Achter Emer
destijds in procedure gebracht en in het kader van het voorgeschreven
overleg ex artikel 10 B.R.O. aan diverse overleginstanties toegezonden.
Voor zover deze overleginstanties destijds bemerkingen over het genoemde
ontwerpplan hebben gemaakt is dit destijds verwerkt in het plan hetzij in de
vorm van wijzigingen hetzij in de vorm van commentaar. Volledigheidshalve is
de weergave van dat overleg als bijlage in de toelichting opgenomen.
Het toenmalige ontwerpplan heeft vervolgens ter visie gelegen. De tijdens de
periode van tervisielegging ingebrachte bezwaren hebben evenwel geen aanlei
ding gegeven het ontwerpplan aan te passen. Op grond van bovengenoemde
feiten en omdat het nu voorliggende ontwerp-bestemmingsplan zodanig aangepast
is dat het woongebied en de woonwagenlocatie zijn vervallen, is niet opnieuw
vooroverleg (ex artikel 10 B.R.O.) gevoerd.
Het onderhavige ontwerp-bestemmingsplan heeft wel opnieuw ter visie gelegen
en wel met ingang van 28 augustus 1989 gedurende een periode van een maand.
Er zijn schriftelijke bezwaren bij uw raad ingediend door:
1. C. Overmans en M. Thomassen, Reeperf 71 te Breda;
2. J. Vaes en B. van Bracht, Achter Emer 9 te Breda;
3. C. en K. Poppelaars, Rietdijk lb en 2a te Breda;
4. M. v.d. Kieboom, Rietdijk 4 te Breda;
5. A. Poppelaars, Achter Emer 13 te Breda;
6. A. van Damme, Zandberglaan 76 te Breda en
7. C. Poppelaars, Achter Emer 11a te Breda.
Ad 1
Appellanten stellen dat zij bezwaren hebben tegen het gedeelte van het
ontwerp-bestemmingsplan dat gelegen is ter linker zijde van de Moerlakenbrug.
De bezwaren van appellanten kunnen als volgt worden samengevat.
Een lelijke entree van het woongebied van de Haagse Beemden, zodat je komend
vanuit je werk geen idee hebt in een leefklimaat terecht te komen.
Er is een slechte toegankelijkheid met name voor fietsers 's avonds van
achterliggende woondelen van de Haagse Beemden, naar het centrum van Breda
toe en/of andere delen van de Haagse Beemden.
Er zal geluidsoverlast en milieuoverlast ontstaan.
Met name het gedeelte alwaar industrie gevestigd zal worden tussen de
woonwijk en het agrarisch gebied is onaanvaardbaar voor het leefklimaat. Het
recreatief wonen in Breda zal mislukken als de toegangspoort door het
■industriegebied gaat.
Ad 2
Appellanten stellen dat hun privésfeer te veel wordt aangetast met het
geplande fiets/wandelpad tussen het pand Achter Emer 9 en Rietdijk 1.
Dit fietspad zal vlak langs hun woning en over hun oprit en algemene ingang
komen te lopen. Hun beroep vereist concentratie (beeldende kunstenaars).