/v
tiS\
Aan de Raad der Gemeente Breda.
Grote Markt 38
4811 XS BREDA.
Betreft; Bezwaar Bestemmingsplan Achter Emer.
27 juni 1990
Zeer geachte Raad,
In aansluiting op mijn schriftelijk bezwaar van 25 sept.ll. wat
ik mondeling heb mogen toelichten op 13 juni 11. inzake "aan-
sluitpunt Emerparklaan"bericht ik u het volgende.
Eind 1988, begin 1989, heb ik met de Gemeente Breda onderhande
lingen gevoerd inzake gedeeltelijke verplaatsing van mijn
bedrijf, nlhet mestvarkensgedeelte met een gedeelte kuituur-
grond
Deze onderhandelingen zijn altijd in een prettige doch zakelijke
sfeer gehouden.
Het gedeelte wat verplaatst is cq. wordt, gaat naar het noorde
lijk gelegen ruilverkavelingsgebied "Haagsche Beemden Oost" en is
dus voortaan op afstand gelegen.
Met die afstand (via de Rietdijk) werd toen rekening gehouden bij
de onderhandelingen.
Laat in de onderhandelingsprocedure werd bekend dat de Rietdijk
zou worden afgesloten, waardoor de afstand om te komen en te gaan
van en naar mijn huidige bedrijf en het nieuw te realiseren
gedeelte daarvan, nog groter werd, doch hiermede kon geen
rekening meer worden gehouden.
Tijdens de afrondende besprekingen, met name over de afsluiting
van de Rietdijk en de aansluiting op de Emerparklaan, is door uw
ambtenaar toen aan mij de indruk en verwachting gewekt dat er
voor het bestemmingsverkeer zeker een aansluiting zou kunnen
komen dicht in de buurt van Rietdijk 4.