Artikel 5
1. Een bijdrage op grond van deze regeling wordt verstrekt
in de kosten van verhuizing en de noodzakelijk kosten,
welke in verband met de inrichting van de te betrekken
woning moeten worden gemaakt
2. De bijdrage als bedoeld in het eerste lid bedraagt
maximaal tweeduizend gulden.
Artikel 6
1. Betaling van de bijdrage geschiedt nadat bij de aanvraag
is aangetoond, dat de kosten van verhuizing en inrichting
zijn voldaan.
2Burgemeester en wethouders kunnen op grond van
individuele omstandigheden bepalen, dat het bepaalde
in het eerste lid buiten toepassing blijft.
Artikel 7
1. Een aanvraag op grond van deze regeling wordt gedaan door
middel van een door burgemeester en wethouders op te
stellen aanvraagformulier.
2. Binnen een maand na dagtekening van de aanvraag om een
bijdrage beslissen burgemeester en wethouders op het
verzoek.
3. De beslissing op de aanvraag wordt schriftelijk aan de
aanvrager medegedeeld.
Artikel 8
1Aan deze verordening kunnen geen rechten meer worden
ontleend vanaf het moment dat het door de gemeenteraad
beschikbaar gestelde budget voor de in deze regeling
bedoelde bijdragen is aangewend.
2. Behoudens het bepaalde in het eerste lid verliest deze
verordening haar werking met ingang van 1 januari 1991
- 2 -