aan de raad der
gemeente Breda
164
Voorstel inzake de brand
veiligheid van kamerver-
huur inrichtingen
BJZ/906810699
1Inleiding
In Breda wordt thans in circa vijftig panden een zogenaamde
kamerverhuurinrichting geëxploiteerd. Onder een kamerverhuur-
inrichting wordt hier verstaan een inrichting waarin bij wij
ze van bedrijf of nevenbedrijf kamerruimte voor bewoning
pleegt te worden verschaft.
2Huidige regelgeving
De regelgeving inzake de brandveiligheid van kamerverhuurin-
richtingen is thans te vinden in de Woningwet en de Bouwveror
dening alsmede in de Verordening op logeer- en/of kamerver-
huurinrichtingen
De laatstgenoemde verordening is in 1971 in Breda ingevoerd
vooral teneinde de toen actuele problematiek van groepsgewij
ze huisvesting van buitenlandse werknemers te kunnen bestrij
den. Het instrumentarium van de Woningwet/Bouwverordening
werd destijds ontoereikend geacht om die problematiek doel
treffend aan te pakken. De verordening geldt voor inrichting
en waarin aan tenminste vijf personen kamerruimte wordt ver
schaft en bevat onder andere een vergunningstelsel en eisen
aan de exploitant, de beheerder en het pand. Laatstgenoemde
eisen hebben onder andere betrekking op de algemene toestand,
de leefbaarheid, de hygiëne en de brandveiligheid.
3Aanleiding tot wijziging
Inmiddels is in 1980 in Breda ook een Brandbeveiligingsver
ordening ingevoerd. Ook deze verordening kent een vergun
ningstelsel voor diverse categorieën panden alsmede eisen aan
die panden. Een van deze categorieën betreft inrichtingen
waarin aan meer dan tien personen bedrijfsmatig nachtverblijf
wordt verschaft. Bij die invoering was het de bedoeling om te
zijner tijd de Verordening kamerverhuur te vervangen door de
model-verordening verblijfsgebouwenAlsdan zou het aspect
brandveiligheid worden ondergebracht in de Brandbeveiligings
verordening. Een en ander heeft echter op zich laten wachten
omdat de V.N.G. de model-verordening verblijfsgebouwen zou
herzien
Inmiddels heeft een evaluatie door de VNG van deze verorde
ning verblijfsgebouwen tot de conclusie geleid, dat er aan
die verordening geen behoefte meer is. De V.N.G. heeft het
model dan ook ingetrokken.