165 De wet kent - zij het in beperkte zin - dus onder andere be voegdheden toe aan gemeentelijke organen, te weten de raad en de burgemeester. Het is gewenst dat ter zake een beleid wordt bepaald en vastgelegd. Dit voorstel strekt hiertoe. Tot nu toe gevoerd beleid en huidige situatie Het ter zake tot nu toe door de burgemeester gevoerde beleid, dat was gebaseerd op de wet zoals deze luidde vóór de herzie ning, komt in hoofdlijn hierop neer: en mogen maximaal 3 speelautomatenhallen zijn; in horeca-inrichtingen mogen maximaal 2 speelautomaten staan, ongeacht de soort. De huidige situatie is dat er drie speelautomatenhallen zijn, te weten aan de Havermarkt 18, aan de Lange Brugstraat 35 (beide geëxploiteerd door de firma de Jonge) en aan de Ginne- kenweg 95 (geëxploiteerd door de firma van de Wijngaard). De hiervoor destijds verleende vergunningen zijn in verband met de wetswijziging komen te vervallen. Verder staan in ca. 300 horeca-inrichtingen in totaal ca. 500 kansspelautomaten en ca. 100 behendigheidsautomaten. Hiervoor worden jaar-vergunningen verstrekt. De aanwezigheid van deze hallen en de automaten in horeca-in richtingen heeft niet tot aanwijsbare problemen in de sfeer van de openbare orde e.d. geleid. Wel is duidelijk, dat er een groep (met name jonge) personen verslaafd is geraakt aan het spelen op met name kansspelautomaten. Hoe groot die groep exact is en of deze personen ter financiering van hun (vaak hoge) uitgaven crimineel gedrag vertonen, is niet duidelijk. Bepaling van het nieuw beleid Bij de bepaling van het nieuwe beleid dienen naar ons inzicht de volgende uitgangspunten te worden gehanteerd: a. in de kennelijke behoefte aan spelen op speelautomaten moet worden voorzien en wel zodanig dat een rendabele ex ploitatie mogelijk is; b. teneinde gokverslaving te voorkomen dienen - in aanvulling op landelijke regels - enige beperkingen te worden toege past, met name in het belang van jeugdigen; deze beper kingen mogen niet te ver gaan omdat zij dan kunnen leiden tot een vlucht in de illegaliteit; c. aan het - ondanks de in te voeren beperkingen te verwach ten - verschijnsel van gokverslaving zal ook in de repres sieve sfeer van hulpverlening aandacht moeten worden be steedt Deze uitgangspunten, alsmede het voorstel voor het daarop te baseren beleid, zijn op 21 juni 1990 aan de orde geweest in de commissie Algemene zaken. Daarbij bleek, dat de commissie in hoofdlijnen kon instemmen met het voorstel. - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 788