169 6 regionale effecten, blijkend uit een apart te verrichten distributie planologisch onderzoek, bepalend zijn voor al dan niet toelating waarbij wij een vestiging buiten de binnenstad, gelet op de omvang, benodigde parkeerruimte en extra verkeersstromen niet willen uitslui ten. Reactie 7. Vanuit de Kamer van Koophandel wordt voorgesteld de vestiging van bouw markten in de op te stellen bestemmingsplannen voor het zuidelijk deel van de stad bij vrijstellingsbevoegdheid te regelen. Het wordt wense lijk geacht een kaart in het beleidsplan op te nemen met de resterende sterlocaties in het zuiden van de stad tezamen met andere potentiële locaties voor een bouwmarkt. Bij het ruimtelijk onderzoek ten behoeve van het opstellen van deze bestemmingsplannen zal worden bekeken welke locaties voor zo'n regeling in aanmerking kunnen komen. Omdat dit ruimtelijk onderzoek nog niet is afgesloten kan op dit moment geen kaart met potentiële locaties voor een bouwmarkt aan de nota worden toegevoegd. Overigens zou zo'n kaart juridisch gezien geen betekenis hebben. Reactie 8. Vanuit de Kamer van Koophandel wordt gesteld dat in de nota "Handhaving woon- en leefmilieu" aandacht dient te worden besteed aan de problema tiek van de ongewenste detailhandel. Voorts dringt zij aan op extra mankracht om ongewenste detailhandelsactiviteiten tegen te gaan. In de nota "Handhaving woon- en leefmilieu" wordt geconstateerd dat een intensivering van het toezicht op de naleving van ruimtelijke bestem mingen en bouwregelgeving gewenst is en een start gemaakt dient te worden met structureel toezicht. Daarvoor zal de capaciteit van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht van de dienst Openbare Werken binnen kort met een tijdelijke formatieplaats worden uitgebreid. Deze uitbrei ding past in de uitgangspunten voor de handhavingstaken van de gemeente zoals geformuleerd in de nota "Handhaving woon- en leefmilieu". Het is de bedoeling dat de eerste ervaringen met structureel toezicht verwerkt worden in een plan van aanpak. De problematiek van de ongewen ste detailhandel is een van de elementen welke in het plan van aanpak aan de orde zal komen. Reactie 9. Vanuit de Kamer van Koophandel wordt voorgesteld de maximum verkoop vloeroppervlakte voor kleinschalige aanverwante artikelen van 100 m2 ook voor de bestaande bedrijven te doen gelden. Ook voor de bestaande bedrijven zal aan het te voeren aanverwante kleinschalige assortiment een limiet van maximaal 100 m2 worden ge steld. Bedacht dient evenwel te worden dat deze regeling niet in alle gevallen de bestaande toestand dekt. Daar waar dat het geval is zal middels de vestiging van een overgangsrecht aan gevestigde belangen bescherming dienen te worden geboden. In gevallen waar sprake is van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 804