aan de raad der gemeente Breda 186 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlenen van ontslag aan twee leden van de Ouderenadviesraad Wlz/907004977 Mevrouw Th. de Bonte-de Munnik en dhr. W. Eichholtz, leden van de Ouderenadviesraad, hebben verzocht van het lidmaatschap te worden ontheven. De ontslagaanvragen liggen voor U ter visie. De zittingsperiode van de huidige adviesraad eindigt per 1 januari 1991. Inmiddels hebben wij de werving van kandidaten voor de volgende zittingsperiode gestart. Het is de bedoeling om, na de benoeming van de nieuwe leden door Uw raad, de laatste maanden van 1990 te benutten om de nieuwe leden voor te bereiden op hun taak. Wij achten het niet gewenst dat twee van de nieuwe mensen al eerder dan 1 januari 1991 worden bneoemd om te voorzien in de vacatures die ontstaan door het ontslag van mevrouw De Bonte-de Munnik en dhr. Eichholtz. Dit in verband met het beoogde introductieprogramma en de gevolgen die een tussentijdse benoeming heeft voor de overige zittende leden in verband met de geldende herbenoembaarheidsregels. Wij stellen U voor om: a. mevr. Th. de Bonte-de Munnik en dhr. W. Eichholtz op eigen verzoek ontslag te verlenen als lid van de Ouderenadviesraad; b. te besluiten om niet te voorzien in de hierdoor ontstane vacatures c. de aftredende leden te bedanken voor hun inzet. De commissie voor Sociale Zaken en Maatschappelijke Dienst verlening en Samenlevingsopbouw kan zich met ons voorstel verenigen. Burgemeester en wethouders van Breda,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 867