nr. 14
4
Artikel 17.
In lid 1 van dit artikel, zoals dit ook geschiedt in lid 1 van
de artikelen 18, 19 en 20 wordt tot uitdrukking gebracht dat de
administratie volgens geografisch vast te stellen (exploitatie)
gebieden zal worden ingericht.
Hierdoor wordt onder andere bereikt, dat de te nemen (financiële)
beslissingen in een ruimer kader kunnen worden afgewogen. De
haalbaarheid van uitvoeringsplannen kan dus op exploitatiegebied-
niveau worden beoordeeld.
Groot voordeel hierbij is dat vermeden wordt dat de besluit
vorming rond plannen in onevenredige mate wordt beïnvloed door
de toevallige omstandigheden van de lokatie. Staande blijft dat
uiteraard elk plan op zijn (ekonomische) doelmatigheid zal worden
beoordeeld.
Lid 2 brengt tot uitdrukking dat gewaardeerd zal worden tegen
historische kostprijs.
Verwachte verliezen worden niet verdiskonteerd in de boekwaarde
wat leidt tot te hoge, fictieve boekwaarden.
Lid 3 voorziet in een te treffen voorziening voor bedoelde
verwachte verliezen.
Artikel 18.
Gezien de zeer minimale hantering van dit systeem is een nadere
uitleg niet noodzakelijk.
Artikel 20.
Het betreft hier gronden en opstallen die slechts tijdelijk of om
bestuurlijke redenen voor langere perioden bij het grondbedrijf
worden ondergebracht. In beginsel worden onderhavige gronden niet
in exploitatie genomen zoals bedoeld in artikel 17. Het betreft
veelal gronden die niet direkt een ruimtelijk ordeningsdoel
dienen. Gedacht kan worden aan onder andere de eigendommen buiten
de gemeentegrenzen.
Artikel 21.
Het betreft hier het terugboeken van gronden, van andere diensten
en afdelingen, welke hun eindbestemming hebben verloren.
De gemaakte winsten en verliezen worden gesaldeerd op de
inbrengreserve van het Grondbedrijf.
Indien het saldo een bepaald bedrag te boven gaat, kan de raad
besluiten het meerdere aan de algemene reserve toe te voegen.
Zoals in artikel 25 lid 1 omschreven kan de raad alsdan besluiten
om een bepaald bedrag aan de algemene reserve te onttrekken ten
behoeve van de algemene dienst, (voorstel is om een percentage
van de reserve jaarlijks aan de algemene dienst uit te keren.)
Door deze zuivere werkwijze wordt voorkomen dat gemeentelijke
diensten en afdelingen voorgekalkuleerde opbrengsten lang van
tevoren opeisen en ontvangen willen hebben.