aan de raad der gemeente Breda 198 inn? BJZ/906809241 Voorstel van burgemeester en wet houders tot ongegrondverklaring van het beroep, ingesteld door DrsG.P.J.M. Boot tegen een wei gering bouwvergunning voor het plaatsen van een schutting. IInleiding Op 31 oktober 1989 besloten wij tot weigering van een ingevolge de bouwverordening benodigde vrijstelling - en daarmede ook de bouwvergunning - welke waren gevraagd door Drs. G.P.J.M. Boot voor het plaatsen van een houten erfafscheiding op het perceel Achillesstraat 82. De weigering was gebaseerd op strijd met de bouwverordening in dubbel opzicht. In de eerste plaats werd het bouwplan in strijd geoordeeld met redelijke eisen van welstand, zulks na hierover advies te hebben ingewonnen van de welstandscommissie. Voorts verbiedt artikel 302, eerste lid, van de bouwverordening het bouwen van erfafscheidingen langs de openbare weg welke hoger zijn dan 1 meter. Van dit verbod kan op grond van het vijfde lid van genoemd artikel weliswaar vrijstelling worden verleend, doch wij hebben deze geweigerd, gezien het negatieve welstandsadvies en gelet op de belangen van de bewoners van het naastgelegen pand, die door het plaatsen van de erfafscheiding hun uitzicht goeddeels kwijt zouden zijn. Tegen dit besluit diende de heer Boot een beroepschrift in bij de gemeenteraad, op grond van artikel 51 van de Woningwet. In zijn beroepschrift brengt hij - samengevat - de volgende argu menten naar voren: a. het besluit berust op willekeur, nu aan de overzijde van de straat op een vergelijkbare lokatie al jarenlang een soort gelijke erfafscheiding staat b. de negatieve welstandsbeoordeling is subjectief en niet be argumenteerd; c. de bewoonster van de Spadestraat 65 heeft vooraf kenbaar ge maakt geen bezwaren te hebben tegen de plaatsing van de schutting. Bovendien werd haar uitzicht toch al ontnomen door hoge en dichte beplanting; d. de schutting is noodzakelijk om een driejarige kleuter enigs zins veilig in de zijtuin te kunnen laten spelen. In de ach tertuin is hiervoor onvoldoende ruimte. Overeenkomstig het bepaalde in de Regeling behandeling bezwaar- en beroepschriften is het beroepschrift in handen gesteld van de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften, ter voorbereiding van de terzake te nemen beslissing. In het kader van deze voor bereiding heeft op 22 februari 1990 een hoorzitting plaatsgevon den. Het proces-verbaal van deze hoorzitting is aan het proces dossier toegevoegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 911