aan de raad der gemeente Breda OW/907906405 2 00 Voorstel van burgemeester en wethouders tot: 1. het ontvankelijk verklaren van het verzoek schrift om planschadevergoeding van de heer J. Melissen, Naundorffstraat 17 te Breda; 2. het benoemen van een schadebeoordelings- commissie als bedoeld in artikel 5 van de procedureverordening planschadevergoeding Door de heer J. Melissen, Naundorffstraat 17 te Breda, is een verzoekschrift op basis van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening aan uw raad gericht Artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bepaalt onder andere dat wanneer een belanghebbende schade lijdt als gevolg van de bepalingen van een bestemmingsplan, of van vrijstelling op grond van artikel 17, 18, 18a of 19, welke schade redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende door aankoop, onteigening of anderszins is verzekerd, de gemeenteraad hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toekent. Het verzoek van de heer J. Melissen is gedateerd 8 januari 1987 en ingekomen 14 januari 1987. Het verzoekschrift werd ingediend naar aanleiding van het door uw raad in de vergadering van 18 december 1986 genomen voorbereidings- besluit voor bebouwing van een gedeelte van het park Hooghout (sociaal- cultureel centrum/buurtaccommodatie en bejaardenflats). Bij schrijven van 16 februari 1987 hebben wij de heer J. Melissen medege deeld, dat zijn verzoek niet ontvankelijk verklaard zou moeten worden, omdat geen beroep op artikel 49 WRO kan worden gedaan, omdat noch een vrijstelling op grond van artikel 19 WRO noch een wijziging van het vigerende bestemmings plan van kracht is. Uit constante jurisprudentie van de Kroon blijkt n.l. dat het standpunt van de Kroon is dat een voorbereidingsbesluit geen grondslag kan bieden voor een artikel 49 WRO-aktie. De Kroon overweegt dat een voorbereidingsbesluit niet dient te worden aangemerkt als een bestemmingsplan. Uit de bewoordingen van artikel 49 WRO en ook uit de geschiedenis van de totstandkoming hiervan moet worden afgeleid, dat dit artikel het oog heeft op verzoeken van vergoeding van schade rechtstreeks verband houdende met de bepalingen van een bestemmings plan c.q. een artikel 19 WRO-procedure Met de heer Melissen werd de afspraak gemaakt dat zijn verzoek in behande ling zou worden genomen op het moment dat de vrijstelling op grond van artikel 19 WRO is verleend voor de bouwplannen in het park Hooghout. Aangezien door enkele appellanten in het kader van de bestemmingsplan procedure beroep bij de Kroon werd ingesteld tegen het besluit van Gedeputeerde Staten tot goedkeuring van het bestemmingsplan en ook een beroepschrift werd ingediend bij de Afdeling Rechtspraak tegen het verlenen van de bouwvergunning diende eerst volgens constante jurisprudentie de uitspraak van de Kroon c.q. van de Afdeling Rechtspraak te worden afgewacht. Het bestemmingsplan Park Hooghout (ged. herziening 1987/1 van het uitbrei dingsplan Brabantpark B 1960) is bij Koninklijk Besluit d.d. 30 januari 1990* onherroepelijk geworden. Door de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State is op 20 maart 1990 uitspraak gedaan tegen het ingesteld beroep (een fotocopie hiervan is ter inzage gelegd in de leeskamer). Thans kan het verzoekschrift verder in behandeling worden genomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 923