gemeente Breda
De raad van de gemeente Breda;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op het bepaalde in artikel 252 van de gemeentewet;
besluit
I. in te trekken zijn besluit tot aanwijzing als tak van dienst
en tot vaststelling van de verordening op het beheer van het
grondbedrijf, genomen op 11 januari 1979 en goedgekeurd door
Gedeputeerde Staten d.d. 21 februari 1979, G nr. 368035;
II. aan te wijzen als tak van dienst, als bedoeld in artikel 252
van de gemeentewet, het grondbedrijf;
III. vast te stellen voor deze tak van dienst de volgende:
VERORDENING OP HET BEHEER VAN HET GEMEENTELIJK GRONDBEDRIJF
1. Algemene Bepalingen.
Artikel 1.
1. Het bedrijf wordt gezien als een administratief zelfstandig
lichaam
2. De bezittingen, schulden, inkomsten en uitgaven van het
bedrijf worden afgescheiden van de overige bezittingen,
schulden, inkomsten en ontvangsten van de gemeente.
3. Het geheel van de bezittingen en schulden wordt beheerd als
een afzonderlijk vermogen.
Artikel 2.
Leveringen en diensten door en aan de algemene dienst en door en
aan andere bedrijven der gemeente worden aan en door het bedrijf
in rekening gebracht alsof zij ten behoeve van derden hadden
plaats gehad, tenzij burgemeester en wethouders in bijzondere
gevallen anders bepalen.
2. Doelstellingen en taken van het Gemeentelijk Grondbedrijf.
Artikel 3.
Doelstelling van het bedrijf is het meewerken aan de vormgeving,
de uitvoering en het toezicht op de naleving van het gemeentelijk
grondbeleid, voor zover dit niet bij verordening of bij besluit
van burgemeester en wethouders aan anderen is of wordt opgedra
gen. Daarbij let het in het bijzonder op de juridische, finan
ciële en ekonomische aspekten.
nr. 14