nr. 14
Artikel 4.
De taak van het bedrijf omvat:
a. het doen van voorstellen aan het gemeentebestuur voor de
verwerving van onroerend goed door aankoop, onteigening of
anderszins en voor de verwerving van zakelijke rechten
alsmede het voeren van de daarvoor benodigde procedures.
b. de coördinatie van de in het kader van de stedebouwkundige
plannen uit te voeren bedrijfsverplaatsingen;
c. het optreden als makelaar en deskundige voor de gemeente bij
alle gemeentelijke onroerendgoedtransakties
d. het beheer en de exploitatie van het gemeentelijk onroerend
goed tenzij burgemeester en wethouders anders hebben
bepaald;
e. het beheer en de exploitatie van alle uit gemeentelijke
diensten (organen) en bedrijven vrijkomende onroerende
goederen
f. het opstellen van bij wet, algemene maatregel van bestuur,
verordening of anderszins voorgeschreven kostenramingen en
exploitatiebegrotingen, alsmede het regelmatig bijhouden en
bijstellen daarvan;
g. het geven van opdrachten tot uitvoering van werken in het
belang van de ruimtelijke ontwikkeling alsmede de bewaking
van die opdrachten;
h. het voorbereiden en het afwikkelen van aanvragen van rijks
bijdragen of andere bijdragen in het belang van de grond
exploitatie ter realisering van de ruimtelijke ontwikkeling
alsmede het ondersteunen van het bestuur bij het verkrijgen
van bedoelde bijdragen;
i. het bevorderen, dat plannen van partikulieren tijdig in de
gewenste vorm en met inachtneming van te stellen financiële
randvoorwaarden worden gerealiseerd;
j. het bevorderen, dat bouwprojekten door derden worden geïni
tieerd volgens het programma en in de vorm zoals deze door
de gemeente wordt gewenst en zonodig optreden als gemeente
lijk projektontwikkelaar
k. het doen van voorstellen voor het vervreemden van onroerend
goed, uitgifte in erfpacht, het bezwaren met andere zake
lijke rechten, alsmede het doen van voorstellen tot het
overdragen van gronden aan andere gemeentelijke
instellingen
1. alle verdere door burgemeester en wethouders aan het bedrijf
opgedragen werkzaamheden, die verband houden met de in
artikel 3 omschreven doelstelling of die om praktische
redenen wenselijk worden geacht.
Onder onroerend goed in de zin van dit artikel wordt
verstaan: alle onroerende goederen in eigendom van de
gemeente of waarvan zij anderszins zakelijk gerechtigd is,
alsmede onroerend goed krachtens huurovereenkomst of
anderszins in gebruik bij de gemeente.
2