- 8 - 216 Bij de principe-besluitvorming betreffende het stadskantoor is uigegaan van de ramingen in de begroting 1987. Het is dan ook logisch dat daaruit volgt de kwaliteit als verwerkt in de begroting 1987. Het moge duidelijk zijn dat nu (medio 1990) ten aanzien van sommige onderdelen van een andere kwaliteit sprake is. Dit betreft zowel nominale ontwikkelingen als ont wikkelingen op grond van incidentele besluiten en maatregelen. De definitieve besluitvorming over de instelling van een facili taire dienst kan naar onze mening dan ook eerst plaatsvinden wanneer volledig zicht bestaat op de kostenstructuur (begro tingsmodel en methodiek van doorberekening van facilitaire kosten) en omzet van de toekomstige dienst. Eerst dan zal de bedrijfseconomische toets van een en ander kun nen plaatsvinden. Nu er meer duidelijkheid komt omtrent taak en organisatie van de facilitaire dienst, kan meer inzicht worden verkregen in de bedrijfseconomische uitgangspunten. Wij hebben een extern adviseur opdracht gegeven om: - uitgangspunten aan te geven voor het begrotingsmodel van de facilitaire organisatie en - methodieken te ontwerpen voor de doorberekening van de kos ten van deze organisatie. Bij de oorspronkelijke opzet van de facilitaire dienst was als uitgangspunt genomen de stand van zaken van de budgetten van facilitaire zaken per 1 januari 1987. De voor 1990 beschikbare budgetten wijken hiervan enigszins af. Teneinde geen vertraging op te lopen bij de voorbereidende werkzaamheden is bij de hui dige opzet vooralsnog rekening gehouden met de randvoorwaarde, dat de salariskosten niet uitstijgen boven de thans door het VB-accountantsrapport aangegeven budgetten van de des betreffende dienstbegroting van 1990. Sedert 1 januari 1987 hebben zich zowel kwalitatieve als kwantitatieve wijzigingen voorgedaan. Zowel deze aspecten als het verschil in de beschikbare bud getten worden momenteel nader onderzocht en zullen bij de definitieve besluitvorming aan U worden voorgelegd. De vraag of, uitgaande van de ramingen 1990, thans de volledige integratietaakstelling stadskantoor in relatie tot de facili taire organisatie mogelijk is, kan eerst met meer duidelijkheid worden beantwoord als er meer zicht is op de kostenstructuur etc. van de facilitaire dienst. Alsdan is ook een meer geïnte greerde kwaliteitstoets mogelijk. Voorshands sluiten wij "aan loopverliezen" echter niet uit. 8Ontwikkelingstraject Tot voor kort waren de voorbereidingen er op gericht om per ultimo 1991 de facilitaire dienst operationeel te hebben voor wat betreft de in het stadskantoor te huisvesten diensten waar bij alle betrokkenen zich tot het uiterste moeten inspannen om een en ander mogelijk te maken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 975