5
nr. 14
REKENING EN VERANTWOORDING
Artikel 14.
1. De direkteur biedt jaarlijks aan burgemeester en wethouders
voor een door hen te bepalen tijdstip een door hem getekende
en door de administrateur voor gezien getekende rekening van
het bedrijf over het vorig dienstjaar aan met een
toelichtend verslag, voorzien van de stukken welke daarbij
krachtens de geldende rekeningvoorschriften moeten worden
overlegd, alsmede een toelichting op de balans en de
rekening van baten en lasten.
2. Deze rekening wordt in handen gesteld van de deskundige,
bedoeld in artikel 265 bis der gemeentewet.
3. Nadat de in het vorig lid genoemde deskundige verslag heeft
uitgebracht van zijn onderzoek naar de deugdelijkheid van de
rekening, doen burgemeester en wethouders onder overlegging
van de in artikel 265 van de gemeentewet genoemde stukken,
aan de gemeenteraad verantwoording van het gevoerde beheer.
BOEKHOUDING
Artikel 15.
1. De administratie wordt zodanig gevoerd dat:
a. steeds een nauwkeurig en volledig overzicht bestaat van
het vermogen en de vermogensbestanddelen van het bedrijf.
b. een doelmatig inzicht in de bedrijfsaktiviteiten alsmede
in de bedrijfsresultaten wordt verkregen.
2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorschriften geven
voor de inrichting en de bijhouding van de administratie.
6. Nadere Financiële Voorschriften.
INRICHTING VAN DE ADMINISTRATIE
Artikel 16.
In de boekhouding, de begroting en de rekening wordt een onder
scheid gemaakt naar:
a. gronden en opstallen die gelegen zijn in vastgestelde
exploitatiegebieden
b. gronden welke vervreemd zijn;
c. in erfpacht uitgegeven gronden en opstallen;
d. overige gronden en opstallen.
Artikel 17.
1. De in artikel 16 onder a. bedoelde gronden en opstallen
worden geadministreerd op basis van geografisch vast te
stellen exploitatiegebieden. Alvorens binnen een exploita-
tiegebied gronden en opstallen daadwerkelijk in exploitatie
worden genomen, worden deze geadministreerd per uitvoerings
plan