aan de raad der
gemeente Breda
217
VEB/906806889
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot de ontwikkeling van
een huisstijl voor de gemeente
Breda
Inleiding
Gemeente onherkenbaar.
In 1972 heeft het gemeentebestuur door het grafisch ontwerp
bureau Kees Zwart G.V.N. ontwerpen laten maken voor nieuw brief
papier en voor advertenties voor alle gemeentelijke diensten.
De aanleiding hiervoor was de wildgroei, die binnen de orga
nisatie was ontstaan in het gebruik van allerlei soorten brief
hoofden, verschillende enveloppen enzovoort. Het gemeentebe
stuur wilde - althans via de meest voorkomende uitingsvormen -
een uniformiteit invoeren in de presentatie van de gemeente
naar buiten en bovendien met een betere advertentievorm een
hogere attentiewaarde bereiken. Ongetwijfeld hebben deze ont
werpen enige uniformiteit opgeleverd voor een deel van de vele
uitingsvormen. Binnen de beperkte doelstellingen, die eertijds
gesteld waren, werken ze nog steeds bevredigend. Niettemin is
er in de loop der jaren al diverse malen afgeweken van zowel
het ontwerp voor het briefpapier als van dat voor de adver
tentievorm. Sluitende richtlijnen hebben altijd ontbroken, maar
vooral ook werd en wordt een goede gebruiksbewaking ontbeerd.
Sinds 1972 is het aantal uitingsvormen van de gemeentelijke
organisatie enorm toegenomen. De gemeente presenteert zich op
vele manieren aan het publiek via allerlei schrifturen, maar
ook op verschillende plaatsen in de stad met diverse bekend
makingen, naamborden, bewegwijzering, voertuigen, uniformen,
afvalbakken enzovoort. Gaat het echter alleen al om de schrif
telijke uitingsvormen, dan blijkt de gemeente zich allengs veel
méér naar buiten te presenteren met ander materiaal dan de nor
male correspondentie. Er is een wassende stroom ontstaan van
brochures, vouwbladen, stickers, affiches, circulaires, bewo-
nersbrieven, formulieren en dergelijke. Voeg daar nog eens de
stroom beleidsnota's aan toe, die tegenwoordig geen interne
stukken meer zijn en dus - liefst in kleurige jasjes gestoken -
in forse oplagen worden verspreid, dan is duidelijk dat de
gemeente als organisatie in deze chaos volledig onherkenbaar
is. Omdat bovendien de neiging toeneemt om de verschillende
boodschappen sterker te benadrukken, bemoeit haast iedereen
zich met de uiterlijke vormgeving. Men liefhebbert er lustig op
los, waarbij het imago van de gemeente soms slecht wordt uitge
dragen met "beeldmerken", die bijvoorbeeld ontleend zijn aan of
vervormingen zijn van de advertentievorm. Dit chaotische beeld
zal alleen maar slechter worden, wanneer er géén beleid is voor
een uniforme beeldvorming.