respectievelijk uitgevoerd door de gemeente Breda,
overeenkomstig het daartoe uit te brengen advies van het
portefeuillehoudersoverleg, en het resultaat van die
berekening wordt schriftelijk medegedeeld aan de deelnemende
gemeenten, met het verzoek het aan de gemeente Breda
verschuldigde binnen een daarin aangegeven termijn te willen
voldoen.
5. Het advies van het portefeuillehoudersoverleg, bedoeld in het
vierde lid, geldt eveneens als bindend advies voor de bestu
ren van de deelnemende gemeenten, de op basis daarvan vast
gestelde bijdrage te voldoen.
Artikel 7: Toetreding
1. Een gemeente kan tot de regeling toetreden door middel van
een daartoe strekkend besluit van de gemeenteraad en het col
lege van burgemeester en wethouders en nadat het
portefeuillehoudersoverleg hierover positief heeft
geadviseerd.
2. Een tussentijds toegetreden gemeente wordt geacht een deelne
mende gemeente te zijn met ingang van de eerste van de maand
volgende op het besluit en het advies als bedoeld in het eer
ste lid van dit artikel. De door deze gemeente alsdan voor
het lopende jaar verschuldigde bijdrage wordt vastgesteld
naar rato van het aantal maanden, dat zij in dat jaar deel
neemt, en overigens op basis van het bepaalde in artikel 6.
Artikel 8: Uittreding
1. Een gemeente kan uit de regeling treden door middel van een
daartoe strekkend besluit van de gemeenteraad en het college
van burgemeester en wethouders.
2. Een tussentijds uitgetreden gemeente wordt, voor wat betreft
de toepassing van artikel 6, niet langer meer geacht een
deelnemende gemeente te zijn, met ingang van 1 januari
daaraanvolgend
3. Een uittredende gemeente is aan de gezamenlijke overige deel
nemende gemeenten een eenmalige bijdrage verschuldigd van
drie maal het bedrag, dat wordt gevonden door het aantal in
woners van die gemeente per 1 januari, voorafgaand aan het
besluit tot uittreding, te vermenigvuldigen met het laatst
voor die gemeente vastgestelde bedrag per inwoner, bedoeld in
artikel 6.