4. De eenmalige uittredingsbijdrage, bedoeld in het derde lid,
wordt door de betreffende gemeente op eerste verzoek betaald
aan de gemeente Breda, die deze bijdrage mede ten behoeve van
de overige deelnemende gemeenten in ontvangst neemt.
5. Het gemeentebestuur van Breda besluit, overeenkomstig het
waarover in te winnen advies van het portefeuillehoudersover-
leg, ten aanzien van de eenmalige uittredingsbijdrage om deze
ófwel bij de eerstvolgende gelegenheid in één keer, ófwel
over meerdere werkjaren gespreid, te verrekenen bij de
toepassing van artikel 6.
Artikel 9: Wijziging en opheffing
Een besluit tot wijziging of opheffing van de regeling wordt
genomen door de raden en de colleges van burgemeester en wethou
ders van alle deelnemende gemeenten.
Artikel 10: Slotbepalingen
1. Deze regeling wordt geacht in werking te zijn getreden met
ingang van l maart 1991.
2. Deze regeling kan worden aangehaald als "Gemeenschappelijke
regeling subsidiëring Buro Halt 1991".
Aldus besloten in zijn openbare
vergadering van c
2 6 SEP. 1991
voorzitter.
X
y