gemeente Breda
GEMEENTE BREDA
RAADSVOORSTEL
Registratie nr
Dienst/afdeling
Bijlage
1991 241
917004778
WLZ/KULT
BETREFT Herbenoeming leden Monumenten Advies Raad.
INLEIDING
Per 1 januari 1991 hadden de leden van de Monumenten Advies Raad
(MAR) conform de verordening Monumentenadviesraad"*" welke uw
raad heeft vastgesteld op 27 juni 1985, herbenoemd moeten wor
den. Aangezien de MAR toen doende was haar evaluatierapport te
formuleren en de decentralisatie van het Rijksbeleid geconcreti
seerd werd in de wijziging van de subsidieverordening"*", heeft
ons college gemeend een herbenoeming te moeten laten samengaan
met een eventuele wijziging van taken en bevoegdheden van de
MAR. Thans blijkt dat dergelijke wijzigingen een lange procedu
rele weg vergen en dat het derhalve niet goed is een herbenoe
ming daarop te laten wachten.
VOORSTEL
1. De leden van de Monumenten Advies Raad te herbenoemen voor
een periode van vier jaar.
MOTIVERING/TOELICHTING
Het valt te verwachten dat op grond van de decentralisatie van
het Rijksbeleid een wijziging van taken en bevoegdheden van de
MAR noodzakelijk is. De decentralisatie geeft de gemeente de
bevoegdheid om zelf de wijzigings- en sloopvergunningen af te
geven, alsmede de subsidiabele kosten van restauraties vast te
stellen.
Voor de MAR betekent dit dat conform artikel 9, lid 3, een
intrekking van de bestaande verordening c.q. een wijziging
daarvan, konsekwenties kan hebben voor de samenstelling. Hiero
ver zal met de MAR overleg plaatsvinden conform de verordening.
Het is derhalve niet langer opportuun de herbenoeming te laten
wachten.
Ons college stelt uw raad voor tot herbenoeming over te gaan van
de zittende leden, te weten:
M.N. Strooper, voorzitter,
M. van de Nieuwenhof,
J. van Dijk, lid
O. Knitel, lid,
J. Oostveen, lid,
L. Siebers, lid.
CONSEQUENTIES
Geen