- 3 - RAADSVOORSTEL vervolg 242 - te bepalen dat de besluiten van burgemeester en wethouders tot het aantrekken van fixe-leningen zodra mogelijk ter kennis van de raad moeten worden gebracht; 7. met de Woningbouwvereniging Volkshuisvesting Breda een aanvullende overeenkomst aan te gaan waarin: - een interpretatie wordt gegeven van wat onder artikel 2 derde lid, van de verzelfstandigingsovereenkomst precies moet worden verstaan; - de gevolgen van de besluitvorming over de punten 4 en 6 van dit voorstel worden geregeld. MOTIVERING/TOELICHTING 1. Ten aanzien van de ingediende aansprakelijkheidsstellingen nieuwbouwprojecten hebben wij besloten deze ter beoordeling voor te leggen aan de gemeentelijk assuradeur, zijnde Centraal Beheer te Apeldoorn. Dit is medegedeeld aan de Woningbouwvereniging. Centraal Beheer heeft tot nu toe nog geen standpunt ingenomen. Uitdrukkelijk dient te worden gesteld, dat deze claims betrekking hebben op het functioneren als woningbouwvereni ging en er dus geen enkele relatie bestaat met het verleden. 2. Teneinde de woningbouwvereniging wat meer financiële armslag te geven is toestemming verleend woningen te verkopen tot maximaal 2.000.000,00 netto winst. Hieraan is de voorwaarde verbonden, dat in overleg met ons college wordt bepaald uit welke complexen de betreffende woningen worden verkocht. In het kader van de eerste saneringsronde heeft het rijk als voorwaarde gesteld om middels de verkoop van woningen een bedrag van 5.000.000,00 netto winst te realiseren, als eigen bijdrage in het proces, naast toepassing van huurharmo- nisatie ineens bij leegkomen van woningen. Verwacht werd dat daarvoor 250 a 3 00 woningen zouden moeten worden verkocht. Het bedrag is evenwel al bereikt middels verkoop van 100 woningen. Op 1 januari 1991 is een regeling (MG 90-25) in werking getreden waarbij de voorafgaande toestemming voor de verkoop van woningwetwoningen door corporaties is ingetrokken en is omgezet in een meldingsplicht. Deze kan eerst effectief zijn na wijziging van de "hogere wetgeving" met name het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting. Het ligt dan ook in de rede om op de op handen zijnde wijziging in de regelgeving te anticiperen. 3. De gestelde voorwaarde dat het Centraal Fonds voor de Volks huisvesting toekomstperspectief biedende geldelijke steun verleent moet niet worden gezien als een poging tot beïnvloe ding van de besluitvorming van deze instantie, doch als een zekerheid voor de gemeente dat door de toe te kennen aanvul lende financiële steun en het verlenen van andere facilitei ten, een relatie met de Woningbouwvereniging Volkshuisvesting Breda tot stand kan komen gelijk aan die met een noodlijdende woningbouwcorporatie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 2221