RAADSVOORSTEL vervolg 245
wijken van de volgens het bestemmingsplan geldende maximale
oppervlaktemaat
Naar de mening van de commissie kan aan het namens appellante
gestelde geen overwegende betekenis worden toegekend. Ook al zou
in het verleden een bouwvergunning zijn afgegeven met
overschrijding van de maximale oppervlaktemaat - wat daar
overigens ook van zij, de commissie heeft dit niet nader
onderzocht - dan nog betekent dat nog niet dat thans een met de
wet strijdige vergunning zou moeten worden afgegeven. Bovendien
wordt met het huidige bouwwerk de maximale maat zeer ruim - met
meer dan 100% - overschreden.
Ambtshalve is nog onderzocht of artikel 18a van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening, de vrijstellingsregeling voor zogenaamde
kruimelgevallenhier van toepassing zou kunnen zijn. De commis
sie meent dat dit niet het geval is. Het voor de toepassing van
deze regeling in het Besluit op de Ruimtelijke Ordening gegeven
50 m3-criterium wordt in zeer ruime mate overschreden. Daarenbo
ven is de commissie echter van mening dat het hier niet gaat om
een bouwwerk van (planologisch) beperkte betekenis als bedoeld
in artikel 18a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Daarbij
zijn niet alleen de afmetingen van het bouwwerk, maar ook het
kennelijke gebruik dat ervan wordt gemaakt in de overwegingen
betrokken
De commissie komt tot de conclusie dat de bouwvergunning terecht
is geweigerd en adviseert om het daartegen ingestelde beroep
ongegrond te verklaren.
CONSEQUENTIES
Geen
INSPRAAK
Geen
COMMISSIEBEHANDELING
De commissie volkshuisvesting en bouw- en woningtoezicht kan
zich met dit voorstel verenigen.
Burgemeester en wethouders van Breda,