RAADSVOORSTEL vervolg 251 Een aantal ondernemers is van mening, dat het zakelijk en bezoekers-verkeer vanuit de singels met bestemming Nieuwe Ginnekenstraat op de terugweg via de noord-zuid rijbaan van die straat te veel hindernissen ondervindt. Kortom: dat de bereikbaarheid van het winkel-gebied Nieuwe Ginnekenstraat voor bezoekers per auto en zakelijk verkeer onvoldoende zou zijn vanwege de ongelukkige afvloeiingsmogelijkheden. Het S. en 0.-onderzoek (integraal ter visie gelegd) onder winkel bezoekers de eerste drie maanden na de afsluiting van het plein laat zien, dat het regiobezoek relatief is terug gelopen: het aandeel Bredanaars stijgt van 66 naar 71 vooral ook in het zuidelijk deel van het onderzoeksgebied. De waardering voor de proefafsluiting is vooral bij autobe zoekers verminderd. Juist bij de regelmatige bezoekers van het gebied daalt de waardering van de afsluiting het minst. 65 a 80 van de bezoekers vindt de situatie voor het lang zaam verkeer nu veilig (bijna een verdubbeling) Het K.N.O.V.-bedrijfseconomisch onderzoek naar omzetontwik kelingen kende aanvankelijk een lage respons: slechts 31 bedrijven (circa 25 van de in totaal ruim 120 bedrijven in het gebied) deden mee aan de oorspronkelijke, diepgaande onderzoeksopzet waarbij exacte omzetgegevens op tafel kwa men. Hiervan kon voor 2 2 bedrijven een betrouwbare landelij ke vergelijking gemaakt worden. Na veel moeite en met behulp van een schriftelijke en minder diepgaande enquêtering is de totale respons opgehoogd tot 67 ondernemers (60 Op 27 mei zijn tijdens een informatie-avond op de Kamer van Koophandel de resultaten (samen met de belangrijkste overi ge, door de gemeente verzamelde evaluatieresultaten) bespro ken. Het rapport constateert, dat naar het oordeel van de onderzochte ondernemers de autobereikbaarheid is teruggelo pen (veel speciaalzaken hebben juist een groot omzetaandeel vanuit de regio) en dat de parkeersituatie veel te wensen overlaat. Een viertal zaken wordt naar de mening van het K.N.O.V. in hun voortbestaan bedreigd sinds de invoering van de proefafsluiting: dit is 13 van de 31 onderzochte publieks verzorgende bedrijven waarvoor exacte omzetgegevens bekend waren. Bij 14 van de 22 uitgebreid onderzochte bedrijven waarbij landelijke vergelijkingen met E.I.M.-cijfers mogelijk waren, bleven in de eerste maanden van 1991 de omzetontwikke lingen achter bij de landelijke trend in de branche; bij 7 bedrijven liet de omzetontwikkeling juist een positief beeld zien. De bedrijven aan het van Coothplein zelf blijken volgens het onderzoek relatief gezien de slechtste resultaten te behalen. Deze negatieve omzetontwikkeling is het sterkst bij bedrijven in dagelijkse artikelen en in de horeca.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 2307