RAADSVOORSTEL 1991 252
Registratie nr 916807695
Dienst/afdeling SECR/BJZ
Bijlage Geen.
BETREFT AROB-BEZWAARSCHRIFT VAN MR. F.G.P.M. SPREUWENBERG
NAMENS CLIENTEN, TEGEN UW BESLUIT TOT HET NEMEN VAN
EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR ZEVEN GEBIEDEN IN TUIN-
ZIGT
INLEIDING
In uw vergadering van 7 maart 1991 besloot uw raad te verklaren
dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor zeven gebieden in
Tuinzigt. Hiermee werd een voorbereidingsbesluit genomen als
bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, om
medewerking te kunnen verlenen aan de in Tuinzigt voorgenomen
stadsvernieuwingsactiviteiten en om daarmee eventueel strijdige
ontwikkelingen te kunnen voorkomen.
Tegen dat voorbereidingsbesluit werd, op grond van de Wet admini
stratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen (Wet arob) een
bezwaarschrift ingediend, door mr. F.G.P.M. Spreuwenberg, namens
cliënten (negen non-food winkeliers in winkelcentrum "De Lunet").
Het bezwaarschrift is ter voorbereiding van de te nemen beslis
sing overgelegd aan de Commissie voor bezwaar- en beroepschrif
ten, die bezwaarde op 9 juli 1991 heeft gehoord. Het verslag van
die hoorzitting is toegevoegd aan het proces-dossier.
Het standpunt van de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften
is integraal opgenomen onder de rubriek motivering/toelichting.
Wij stellen u voor overeenkomstig het advies van de Commissie te
besluiten
VOORSTEL
1. mr. F.G.P.M. Spreuwenberg niet-ontvankelijk te verklaren in
zijn bezwaarschrift.
MOTIVERING/TOELICHTING
De Commissie voor bezwaar- en beroepschriften is naar aanleiding
van het bezwaarschrift tot het volgende oordeel gekomen.
Om op grond van de Wet arob in een bezwaarschrift te kunnen
worden ontvangen, moet dat bezwaarschrift zijn gericht tegen een
beschikking. Volgens artikel 2, lid 1, van de Wet arob moet
onder een beschikking worden verstaan het schriftelijk besluit
van een administratief orgaan, gericht op enig rechtsgevolg.
Het tweede lid van dat artikel bepaalt dat een besluit van
algemene strekking en een rechtshandeling naar burgerlijk recht
geen beschikking in de zin van deze wet zijn. In beginsel moet
een voorbereidingsbesluit worden aangemerkt als een besluit van
algemene strekking. Het geldt namelijk ten aanzien van een ieder
en niet uitsluitend ten aanzien van de beperkte groep personen
die mr. F.G.P.M. Spreuwenberg vertegenwoordigt. Van dit beginsel
kan slechts in één geval worden afgeweken. Namelijk als het
voorbereidingsbesluit is genomen om langs de weg van anticipatie
de verlening van een bouwvergunning mogelijk te maken. Bovendien
mag dan het gebied waarvoor het voorbereidingsbesluit geldt zich
niet verder uitstrekken dan het perceel/de percelen waarop het
betrokken bouwwerk of complex van bouwwerken is geprojecteerd.
Van een dergelijk voorbereidingsbesluit is hier geen sprake.