- 2 -
RAADSVOORSTEL vervolg 259
Voor het jaar 1991 werd eveneens rekening gehouden met een ver
hoging van 2,3%, terwijl thans blijkt dat deze verhoging 1,8%
heeft bedragen, zodat voor dat jaar de tarieven met 0,5% teveel
zijn verhoogd.
De tarieven voor het belastingjaar 1992 dienen derhalve in begin
sel in totaal met 2,2% te worden verhoogd (2,5% 0,2% - 0,5%).
Belastingverordeningen 1992
Het bovenstaande leidt tot wijziging c.q. vaststelling van de
verordeningen met betrekking tot de heffing van:
1. Onroerend-goedbelastingen
2. Precariorechten;
3Leges
4. Rioolrechten;
5. Hondenbelasting;
6. Marktgelden.
De vigerende verordeningen, waarin met rood de wijzigingen zijn
aangebracht, hebben wij ter inzage gelegd.
Ad 1. Onroerend-goedbelastingen
A. Tarief
Voor het jaar 1991 wordt per 3.000,-- waarde in het economi
sche verkeer geheven, ten laste van:
de genothebbenden krachtens zakelijk recht 6,95
de feitelijke gebruikers 5,56
Indien deze tarieven met 2,2% worden verhoogd, bedragen deze
voor
de genothebbenden krachtens zakelijk recht 7,10
de feitelijke gebruikers 5,68
Op grond van de Wet limitering onroerend-goedbelastingenleges
en rechten van 3 juli 1989 (Stb. 1989, 302) mag het tarief van
de genothebbenden krachtens zakelijk recht niet hoger worden
vastgesteld dan tot 125% van het tarief van de feitelijke ge
bruikers. Bovengenoemde tarieven voldoen dus aan dit wettelijk
criterium
Opbrengst
Uit de bestanden die voor het belastingjaar 1991 aan de Belas
tingdienst zijn aangeleverd, blijkt dat de totale grondslag
waarde in het economisch verkeer bedraagt voor de: