- 5 - RAADSVOORSTEL vervolg 259 - Regeling van de invorderingsrente. De Belastingdienst heeft ten aanzien van de onroerend-goed- belastingen de bepalingen met betrekking tot de invorderings rente steeds volledig toegepast. In verband hiermede dienen eventuele betalingen of terugbetalingen over oude jaren in elk geval onder be- en verrekening van rente plaats te vin den. Wij zijn van mening dat ook na het overnemen van de in- vorderingstaak de volledige toepassing van de invorderings rente gecontinueerd zou moeten worden. Daarom is in artikel 14 van de ontwerp-verordening bepaald dat Hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 toepassing vindt, waarbij de Ministe riële regeling als bedoeld in artikel 31 van deze wet in acht wordt genomen. Dit betekent dat wanneer aan een belasting plichtige uitstel van betaling wordt verleend, dan wel wan neer de belastingplichtige zijn betalingsverplichting te laat vervult, vanaf de laatste vervaldag invorderingsrente in re kening zal worden gebracht. De hoogte van de invorderingsren te is gelijk aan de wettelijke interest welke thans 11 be draagt Ingevolge de Ministeriële regeling blijft een totaal ver schuldigde rente tot een bedrag van 50,-- buiten invorde ring. Betaling van de invorderingsrente aan een belasting plichtige zal plaatsvinden als een door hem reeds betaalde aanslag later wordt verminderd c.q. vernietigd. 2. De kwijtscheldingsmogelijkheid moet worden geregeld. Het verlenen van kwijtschelding geschiedde door de Belasting dienst met inachtneming van de Ministeriële regeling als be doeld in de Invorderingswet 1990. Deze regeling bepaalt dat de Minister van Financiën normen vaststelt voor het kwijt- scheldingsbeleidDe gemeenten mogen hiervan uitsluitend af wijken in die zin dat zij strengere normen mogen vaststellen. Wij zijn van oordeel dat de Wet overdracht taken OGB geen aanleiding mag vormen tot het invoeren van strengere normen bij de toepassing van het kwijtscheldingsbeleid Indien in de verordening op dit punt niets wordt geregeld dan is het rijksregime van toepassing. Dit houdt in dat de door de Staatssecretaris van Financiën vastgestelde ministeriële regeling bij de heffing van de O.G.B. in acht genomen zal blijven worden. 3. Informatieverstrekking aan de belastingplichtigen. Het is van belang aan de belastingplichtigen duidelijk infor matie te verschaffen over de overgang van taken naar de ge meente. Wij zullen daarom de belastingplichtigen middels de gebruikelijke kanalen uitvoerig informeren over deze taak- overdracht. De belastingplichtigen zullen immers de aanslag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 2415