- 8 -
RAADSVOORSTEL vervolg 259
Ad 4. Rioolrechten
In de Kadernota 1988 is aangegeven, dat het rioolrecht gedurende
een termijn van vijf jaar zal worden verhoogd met 5,00 per
aansluiting per jaar. De extra opbrengst die hiermede wordt
verkregen wordt aangewend voor de verbetering van het riolering
stelsel
Voor 1991 gelden de volgende tarieven:
6,93 per maand bij een afname t/m 200 m3 water;
8,93 per maand bij een afname van 201 t/m 600 m3 water;
10,93 per maand bij een afname van 601 tot 1.000 m3 water.
Bij een afname van meer dan 1.000 m3 water is het rioolrecht B
verschuldigd. Het tarief voor het rioolrecht B bedraagt thans
0,12 per m3 geloosd water.
In de ontwerp-verordening tot wijziging van de "Verordening
rioolrechten Breda 1989" is het tarief voor het rioolrecht A
gesteld op:
7,35 per maand bij een afname t/m 200 m3 water;
9,35 per maand bij een afname van 201 t/m 600 m3 water;
11,35 per maand bij een afname van 601 tot 1.000 m3 water.
Omdat het rioolrecht B ad 0,12 per m3 geloosd water gedurende
enige jaren buiten aanpassing is gebleven, dient naar onze
mening dit tarief in 1992 tot 0,13 te worden verhoogd.
Voor 1992 worden de kosten van de gemeentelijke riolering als
volgt geraamd:
Kapitaallasten 3.826.010,
Exploitatielasten f 1.578.582,--
Totaal 5.404.592,--
Bij de heffing van de voorgestelde tarieven kan een opbrengst
worden geraamd van:
Rioolrecht A 4.973.000,--
Rioolrecht B 1531 000 --
Totaal 5.504.000,--
Bij deze opbrengst is rekening gehouden met 50.000,-- aan
vermoedelijke kwijtschelding van het rioolrecht.
Daar de "Verordening Rioolrechten Breda 1989" is vastgesteld
vóór de datum van inwerkingtreding van de Wet limitering onroe-
rend-goedbelastingenleges en rechten, geldt voor het bepaalde
dat de geraamde opbrengst niet mag uitgaan boven de terzake
geraamde gemeentelijke uitgaven een overgangstermijn tot 1994.