RAADSVOORSTEL vervolg 259
Ad5Hondenbelasting
Wegens het houden van honden wordt ingevolge artikel 5 van de
"Verordening hondenbelasting 1990" thans geheven:
a. voor de eerste hond, per jaar 124,40
b. voor elke volgende hond, per jaar 204,30
c. voor een kennel 820,--
Na de verhoging met 2,2% kunnen voor 1992 de tarieven als volgt
worden vastgesteld:
a. voor de eerste hond, per jaar 127,--
b. voor elke volgende hond, per jaar 209,--
c. voor een kennel 838,--
Bij de toepassing van de voorgestelde tarieven kan een netto
opbrengst van 1.234.000,-- worden geraamd te weten:
9.150 honden a 127,-- 1.162.050,
730 honden a 209,-- 152.570,—
15 kennels a 838,-- i12.570,--
1 .327.190,--
Deze opbrengst dient te worden ver
minderd wegens te verwachten kwijt
scheldingen en verminderingen f93.190,--
Netto-opbrengst 1.234.000,—
Om het mogelijk te maken dat de aanslagen onroerend-goedbelas-
tingen en hondenbelasting op één aanslagbiljet kunnen worden
verenigd, zijn de betalingstermijnen en de bepalingen met be
trekking tot de invorderingsrente overeenkomstig de verordening
onroerend-goedbelastingen opgenomen (zie artikel 11 en 15).
Ad6Marktgelden
De kosten voor het houden van de wekelijkse markten worden voor
het jaar 1992 geraamd op 357.493,--.
Op grond van de vigerende marktgeldenverordening wordt thans ge
heven
1. - voor kramen e.d. per strekkende meter of gedeelte daarvan,
bij een diepte van 2 meter 2,40
- voor iedere meter of een gedeelte daarvan meer 2,40
2. voor standwerkers per 2m2 of gedeelte daarvan
ingenomen marktruimte 12,10
voor iedere m2 of gedeelte daarvan meer 2,40
Bij de toepassing van deze tarieven kon voor 1991 een opbrengst
van 275.000,worden geraamd.
In het programma-accoord 1990-1994 is bepaald dat de tarieven
dienen te worden vastgesteld met de kostendekkendheid als uit
gangspunt. De kostendekkendheid van de marktgelden kan naar onze
mening in 1994 zijn bereikt als deze in een periode van 3 jaren
- 9 -