259a - 5 - stemd voor de openbare eredienst of voor openbare bijeenkomsten van genootschappen op geestelijke grondslag - andere dan kerkge nootschappen - die rechtspersoon met volle dige rechtsbevoegdheid zijn, voor het geza menlijk beleven van en zich bezinnen op de aan die genootschappen ten grondslag liggende levensovertuiging b. ongebouwde eigendommen welke deel uitmaken van op de voet van de Natuurschoonwet 1928 (Stb.1989, 252) aangewezen landgoederen, met uitzondering van aanhorigheden van gebouwde eigendommen c. natuurterreinen, waaronder begrepen duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, welke door rechtspersonen met volle dige rechtsbevoegdheid, die zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van na tuurschoon ten doel stellen, worden beheerd; d. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken; e. waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtsper sonen f. onroerende zaken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtsper sonen g. een gebouwd eigendom voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cul tuurgrond h. onroerende zaken met een waarde in het eco nomische verkeer van minder dan 21.000,--; i. ongebouwde eigendommen, niet zijnde de onder grond of een aanhorigheid van een gebouwd eigendom, met zijn gebouwde aanhorigheden - daaronder begrepen de ondergrond van die aan horigheden - en met hun ongebouwde aanhorig heden Artikel 8 Wijze van De belastingen worden geheven bij wege van aanslag, hef f ing Artikel 9 Aangifte 1. De belastingplichtige aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar een aan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 2435