gemeente Breda
RAADSVOORSTEL 1991 250
Registratie nr 917911532
Dienst/afdeling OW/DIR
Bijlage geen
BETREFT HET MEERJARENPLAN STADSVERNIEUWING 1992-1996, DE
VERDELING VAN DE GELDEN VAN HET FONDS STADSVERNIEUWING
JAARSCHIJF 1992 EN HET VOLUMEBESLUIT STADSVERNIEUWING
1992.
INLEIDING
Overeenkomstig de in de afgelopen jaren gehanteerde werkwijze
zijn in het voorliggende meerjarenplan stadsvernieuwing 1992-
1996 de voorgenomen stadsvernieuwingsactiviteiten en plannen
behandeld. Anders dan in het voorgaande jaar is daarbij inzicht
geboden in de totale planperiode.
VOORSTEL
1. Vast te stellen het meerjarenplan stadsvernieuwing 1992-
1996;
2. Vast te stellen de verdeling van de gelden uit het fonds
stadsvernieuwing voor 1992.
MOTIVERING/TOELICHTING
In de beleidsuitgangspunten is met name voortgeborduurd op de
beleidslijnen zoals aangegeven in het meerjarenplan s.v. 1991-
1995. Aan de methodische opstelling van het meerjarenplan is
vanwege de reeds aangekondigde en nog te verwachten bezuinigin
gen aanzienlijk gesleuteld. Dit heeft uiteindelijk geleid tot
een methode van budgettering van de totale stadsvernieuwingsuit
gaven per buurt (hoofdstuk 3)
Meer concreet is de inhoudelijke indeling van het meerjarenplan
als volgt:
hoofdstuk 1: Ontwikkelingen in de stadsvernieuwing
In dit hoofdstuk komen onder meer aan de orde de stadsver
nieuwing in de jaren '80 en '90, de relatie met stadsvernieu
wing met stedelijk beheer en stedelijke vernieuwing en met
andere beleidsaccenten.
hoofdstuk 2: Stadsvernieuwing en sociale vernieuwing
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de relatie tussen stads
vernieuwing en sociale vernieuwing aan de hand van de concre
te situatie in de wijk Heuvel.
Hoofdstuk 3: De budgettering van de middelen
In dit hoofdstuk wordt het systeem van budgettering van de
middelen over de stadsvernieuwingswijken Heuvel, Tuinzigt en
de Binnenstad alsmede de activiteiten de gehele stad betref
fend en de Stofkamoperatie uiteengezet.
- Hoofdstuk 4De stadsvernieuwingsactiviteiten in de buurten
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de stadsvernieuwingsacti
viteiten in de buurten. Deze activiteiten zijn vanwege de
bezuinigingsdruk erg krap bemeten. Binnen de jaarschijf 1992
en ook binnen de daaropvolgende jaarschijven is slechts
mondjesmaat ruimte voor nieuw beleid aanwezig. Dat betekent,
dat Driesprong en Teteringsedijk slechts geleidelijk zullen
worden opgestart, resultaten daarvan zijn pas in de tweede
helft van de jaren negentig zichtbaar.