- 2 -
RAADSVOORSTEL vervolg 269
MOTIVERING/TOELICHTING
1Huidige situatie en ontwikkelingen
Vastgesteld kan worden dat het woningtekort in de afgelopen
decennia is teruggebracht. Er is een situatie ontstaan dat
nagenoeg alle mensen een dak boven hun hoofd hebben. Die ont
spanning op de woningmarkt kan ook in Breda worden waargenomen.
Meer dan ooit is de burger zich bewust van kwaliteit; niet
alleen van de woning maar ook de kwaliteit van de directe
woonomgeving, de wijk en de stad. Om deze kwaliteit veilig te
stellen zal de gemeente meer dan ooit aandacht schenken aan een
maximale differentiatie van aantrekkelijke woonmilieus. Dit is
dan ook een leidraad voor het in de komende jaren te voeren
volkshuisvestingsbeleid
De stadsvernieuwing in onze stad komt in de jaren negentig in
een nieuwe fase. Tot nu toe heeft het accent gelegen op het
wegwerken van achterstanden (bebouwing kaalslagterreinen,
ingrijpende renovaties en herinrichting van de woonomgeving)
Meer en meer richt de aandacht zich op de verbetering van de
bestaande woningvoorraad, geplaatst in het licht van het veilig
stellen van een goed woon- en leefmilieu in de wijken in de
komende 25 jaar.
Evenzeer is het realiseren van gedifferentieerde woonmilieus
voor de nieuwbouw van belang. Anders bestaat het risico van
leegstand. Ook in dat verband zal Breda vanwege de knooppuntsta-
tus een belangrijke inspanning moeten leveren. Nieuwe woongebie
den dienen te worden ontwikkeld. Zowel voor de eigen bevolking
als voor huishoudens die elders wonen en nu of in de toekomst in
Breda zullen werken.
Deze gemeentelijke opgaven moeten vorm en inhoud krijgen binnen
de doelstellingen van de rijksoverheid zoals deze op het gebied
van de volkshuisvesting en de ruimtelijke ordening recent zijn
vastgelegd in de "Nota Volkshuisvesting in de jaren negentig" en
de "Vierde nota over de Ruimtelijke Ordening extra". Ook de
provinciale doelstellingen zijn daarbij van belang. In dat
verband kunnen de nota "Wonen in Brabant" en het concept-streek
plan worden genoemd.
Voor wat betreft de volkshuisvesting is sprake van een verder
gaande decentralisatie. Breda krijgt een grotere beleidsverant
woordelijkheid en -vrijheid, met een daaraan gekoppelde grotere
risicopositie. Mede om in te spelen op de omslag van een aanbie-
dersmarkt naar een vragersmarkt krijgen woningbouwverenigingen
een grotere zelfstandigheid.
Dit noopt tot een bezinning op de huidige positie van de gemeen
te Breda in de volkshuisvesting. Zijn de in het verleden gefor
muleerde doelstellingen nog actueel?
Zo ja, heeft de gemeente in de toekomst dan nog dezelfde rol of
worden andere partijen geacht een grotere of andere rol te
vervullen bij de realisering van die doelstellingen?