3Huidige samenstelling van de gemeentelijke vertegenwoordiging in het GO O.g.v. artikel 2 van de Overlegverordening wordt de gemeentelijke vertegenwoordiging samengesteld door aanwijzing van de voorzitter door en uit het kollege van E en W en een aanwijzing van 5 tot 7 raadsleden door en uit de raad. Momenteel bestaat de gemeentelijke vertegenwoordiging uit de wethouder van personeel en organisatie en 4 raadsleden. 4De rol en de positie van de raadsleden in de gemeentelijke vertegenwoordiging Voor een goed begrip van de positie van de raadsleden in de kommissie GO is van belang dat de kommissie een overlegplatform is van werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers en geen politiek forum. De vergaderingen zijn dan ook niet openbaar. De gemeentelijke vertegenwoordiging overlegt bij monde van de voorzitter en brengt, in geval van stemming, één stem uit. Die stem wordt volgens de Overlegverordening bepaald door hoofdelijke stemming van de aanwezige leden, waarbij bij staken van stemmen de stem van de voorzitter de doorslag geeft. Overigens is stemmen nog niet noodzakelijk geweest. De nadere bepaling van het gemeentelijke standpunt vindt plaats tijdens het, eveneens besloten, vooroverleg. De rol van de raadsleden tijdens de vergaderingen van het GO is dan ook beperkt: Het betreft een overlegsituatie waarin één persoon, de voorzitter, namens de gemeentelijke vertegenwoordiging het woord voert. Voor zover diskussie binnen de gemeentelijke vertegenwoordiging noodzakelijk/wenselijk is wordt die gevoerd buiten aanwezigheid van de vakorganisaties voorafgaand aan de vergadering of tijdens een schorsing. Een deel van de in het GO te behandelen zaken hebben betrekking op de uitvoering van het arbeidsvoorwaardenbeleid en valt daarmee onder de kompetentie van E en W, zodat de raadsleden voor deze onderwerpen, ook in het vooroverleg, meer de rol van toehoorder/adviseur hebben. De raadsleden kunnen de raad door hun opstelling in het GO niet binden. Het feit dat zij in het GO vertegenwoordigd zijn heeft voor het vervolgtrajekt (advies van kommissie POI en raadsbesluit) in formele zin dus weinig betekenis. Samengevat kan worden gesteld dat de rol van de raadsleden m.n. is gericht op de terugkoppeling van en naar de raad. 5De invoering van het overeenstemmingsvereiste in het GO Door invoering van het overeenstemmingsvereiste verandert het formele karakter van het overleg van "horen" van de vakorganisaties naar onderhandelen met de vakorganisaties. Dit brengt geen verandering in de formele positie en rol van de raadsleden. De noodzaak om bij monde van één persoon te onderhandelen en daarmee de wijze waarop een gemeentelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 2719