gemeente Breda RAADSVOORSTEL 1991 281 Registratie nr 916809554 Dienst/afdeling SECR/BEL Bijlage BETREFT VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTEL LING VAN DE KWIJTSCHELDINGSREGELING BELASTINGEN 1992. INLEIDING Op 1 november 1990 is door uw raad vastgesteld de "kwijtschel dingsregeling belastingen 1991". In verband met de taakover dracht door de rijksbelastingdienst van haar taken inzake de onroerend-goedbelastingen dient de regeling met ingang van 1 januari 1991 te worden aangepast. VOORSTEL 1. Het huidige kwijtscheldingsbeleid te continueren door vast stelling van bijgevoegde "kwijtscheldingsregeling belastingen MOTIVERING/TOELICHTING Per 1 januari 1992 neemt de gemeente alle taken, welke de rijksbelastingdienst momenteel met betrekking tot de gemeente lijke onroerend-goedbelastingen uitvoert, over. Hiertoe behoort ook de behandeling van verzoeken om kwijtschelding van aanslagen onroerend-goedbelastingen De taakoverdracht heeft tot gevolg dat de vigerende kwijtschel dingsregeling op de volgende punten dient te worden aangepast: - Onroerend-goedbelastingen Artikel 300 van de gemeentewet bepaalt dat ook op gemeentelijke belastingen de bij ministeriële regeling gestelde regels van toepassing zijn, tenzij de gemeenteraad besluit tot het in afwijking van de regels niet of in beperktere mate verstrekken van kwijtschelding. De rijksbelastingdienst paste op de ingekomen verzoeken om kwijtschelding onverkort de ministeriële regeling toe. Handha ving van het kwijtscheldingsbeleid betekent dat ook na de taakoverdracht de ministeriële regeling zonder beperkingen dient te worden toegepast. Gelet op artikel 300 van de gemeentewet behoeft aldus terzake van de onroerend-goedbelastingen niets in de kwijtscheldingsregeling te worden bepaald. Nu in de kwijt scheldingsregeling echter ten aanzien van alle gemeentelijke heffingen is geregeld of kwijtschelding wordt verleend en welke normen worden toegepast, verdient het uit oogpunt van duidelijk heid aanbeveling om ook terzake van de onroerend-goedbelastingen een bepaling op te nemen. - Hondenbelasting. Volgens de vigerende regeling kan een belanghebbende, indien hij kwijtschelding wenst van een aanslag hondenbelasting, een copie overleggen van een positieve kwijtscheldingsbeschikking van de rijksbelastingdienst inzake de onroerend-goedbelastingenwaarna zondermeer kwijtschelding wordt verleend. Na de taakoverdracht kan een dergelijke copie uiteraard niet meer worden overgelegd. In een groot aantal situaties zal dit ook niet nodig zijn, nu de gemeente de aanslagen onroerend-goed- belastingen en hondenbelasting op één aanslagbiljet gaat combi neren 1992"

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 2759