RAADSVOORSTEL vervolg 289
- 5 -
structureel bedrag van 3 60.000,- in 1994. Om daarvoor in
aanmerking te komen moet aan de volgende condities worden
voldaan:
1/ de gemeente moet voor de categorie basistaken NMP (deze
basistaken zijn in het zogeheten Kaderplan voor de aanpak van
het gemeentelijk NMP-beleid nader aangeduid) een werkprogram
ma *91-*94 hebben gemaakt;
2/ jaarlijks moet over de uitvoering van dit programma rekening
en verantwoording worden afgelegd;
3/ de gemeente moet uit eigen middelen (te weten: de stelpost
GMP) een gelijk bedrag aan de basistaken besteden;
4/ de gemeente moet de uitvoering van de basistaken NMP in
samenwerking met andere gemeenten gestalte geven (Regionaal
Milieubeleidsplan)
Uit een oogpunt van doelmatigheid spreekt het vanzelf dat het
uitvoeringsprogramma GMP zal worden betrokken bij het werkpro
gramma, zoals dat door het Rijk wordt verlangd.
Een volgende financieringsbron wordt gevormd door de bijdragen
die derden bereid zijn te leveren voor de uitvoering van GMP-
projecten. Die bereidheid vindt zijn oorzaak in bijvoorbeeld het
voorbeeldkarakter dat van een project uitgaat (m.n. voor het
Rijk is dit een standaardvoorwaarde) of in de medeverantwoorde
lijkheid die voor het welslagen van het project wordt aanvaard
(partnership)Bij enkele projectvoorstellen is daarom een
beroep gedaan op externe financiering (m.n. de VROM-begroting,
maar ook bijdragen van de Kamer van Koophandel, Hogeschool
West-Brabant, GGD Stadsgewest-Breda)Hoewel de uitkomst daarvan
nog met het nodige voorbehoud moet worden omgeven (meer duide
lijkheid hierover ontstaat pas in de loop van het volgend jaar)
laat het zich aanzien dat een substantiële bijdrage kan worden
verworven
Gegeven de korte tijd die daarvoor ter beschikking stond, mag
echter al wel worden vastgesteld dat de inspanningen voor het
gemeentelijk milieubeleidsplan ook in financiële zin hun vruch
ten lijken af te werpen.
Toevoeging van de vrijkomende middelen aan de stelpost GMP en
besluitvorming over de bestemming van die gelden op basis van
het uitvoeringsprogramma GMP betekenen nog niet dat de betref
fende gelden voor de uitvoering van de diverse uitvoeringspro
jecten volledig zijn veiliggesteld. Want aan het eind van het
jaar kan blijken dat een deel van de beschikbare middelen niet
is benut en zonder maatregelen zouden deze dan als algemeen dek
kingsmiddel moeten worden beschouwd.
Hoewel uiteraard het streven moet zijn de middelen die voor een
bepaald jaarprogramma beschikbaar zijn gesteld, ten volle te
benutten, kan het bijvoorbeeld tegenzitten om een project
gestart te krijgen. Ook kan blijken dat er onverwacht een beroep
op externe bijdrage(n) mogelijk is, zodat eigen gemeentelijke
middelen vrijvallen. Mogelijk is verder dat een project niet
geraamde meerkosten blijkt te vergen of dat in de loop van het
jaar (in overleg met de commissie Milieu en Energie) zou moeten
worden ingehaakt op goede nieuwe initiatieven.