gemeente Breda
RAADSVOORSTEL 1991 296
Registratie nr 917008288
Dienst/afdeling WLZ/Cult
Bijlage 1
BETREFT BELEIDSNOTA "BEELDENDE KUNSTEN IN BREDA"
INLEIDING
In het kader van de afspraken met Uw raad om het beleid ten aan
zien van de verschillende onderdelen van kunst en cultuur door
middel van deelnota's vast te leggen, treft U bijgaand de
beleidsnota "Beeldende kunsten in Breda" aan.
Deze nota werd in de vergadering van 10 mei 1990 van de
raadscommissie voor Onderwijs, Cultuur en Sociale Vernieuwing
besproken.
Op de nota is een aantal reacties ingekomen, welke voor U ter
inzage zijn gelegd.
VOORSTEL
1. De beleidsnota "Beeldende kunsten in Breda" vast te stellen.
2. De in de nota genoemde beleidsvoorstellen nader uit te
werken.
MOTIVERING/TOELICHTING
In de nota "Beeldende kunsten in Breda" hebben wij aangegeven
dat de ontwikkelingen op dit terrein in de afgelopen jaren
geleid hebben tot een acceptabel voorzieningen nivo.
Tegelijkertijd wordt onderkend dat ter bestendiging en verstevi
ging van de infrastructuur op onderdelen verbeteringen danwel
uitbreiding of aanpassing nodig is. Wij hebben een aantal
voorstellen geformuleerd die naar onze mening verder onderzoek
behoeven
Wij noemen daarbij
verbreding van het maatschappelijk draagvlak en de rol die
educatie in een breder verband daarin kan vervullen.
- de organisatie van de adviesstructuur met betrekking tot de
gemeentelijke commissie voor beeldende kunsten.
het al dan niet handhaven van de Stadscollectie indien
externe geldmiddelen wegvallen,
het omvormen van de percentageregeling tot een
percentageverordening
- het ondersteunen van activiteiten en/of initiatieven die een
belangrijke invloed hebben op het beeldend kunstklimaat.
Het uitwerken van deze voorstellen moet naar onze mening leiden
tot een totaal aktie- en uitvoeringsplan als onderdeel van de
totaalnota kunst en cultuur.
Hierin zullen nadere voorstellen worden geformuleerd betreffende
de invulling van de beleidslijnen zoals in deze nota verwoord.
Eveneens zal worden aangegeven hoe de activiteiten in de tijd
kunnen worden uitgezet.
Eventuele financiële consequenties zullen bij dit plan expliciet
aan Uw raad worden voorgelegd. Op deze wijze kan een definitief
afgewogen oordeel worden gevormd omtrent de (politieke) wense
lijkheid en haalbaarheid van de feitelijke maatregelen.