gemeente Breda
RAADSVOORSTEL 1991 307
Registratie nr 917911624
Dienst/afdeling OW/RO
Bijlage -
BETREFT HET ONTVANKELIJK VERKLAREN VAN EEN 6-TAL VERZOEKEN OM
PLANSCHADEVERGOEDING EX ARTIKEL 49 VAN DE WET OP DE
RUIMTELIJKE ORDENING EN HET BENOEMEN VAN EEN SCHADEBE-
OORDELINGSCOMMISSIE
INLEIDING
Door de heer A. van Mook, Bronkhorststraat 11 te Breda, de heer
A. Martens, Slotlaan 32 te Ulvenhout, de heer C. Kop, Arenberg-
laan 13 te Breda, de heer B. Kaanders, Peerdsbroek 41 te Breda,
de heer P. van den Brule, Peerdsbroek 43 te Breda en mevrouw J.
Reyn Klein Wentink, Mendelssohnlaan 10 te Breda, zijn verzoeken
om planschadevergoeding ex artikel 49 WRO ingediend*. De
genoemde verzoek(st)ers stellen dat de waarde van het aan hen
toebehorende (of toebehorend hebbende) pand door de realisering
van de woonwagenlocaties respectievelijk aan de Rijnauwenstraat
de Gageldonkseweg en de Ruitersboslaan is gedaald.
VOORSTEL
1. Te besluiten de ingediende verzoeken om planschadevergoeding
ontvankelijk te verklaren en een schadebeoordelingscommissie
te benoemen.
MOTIVERING/TOELICHTING
Artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bepaalt onder
andere dat wanneer belanghebbende schade lijdt als gevolg van de
bepalingen van een bestemmingsplan, of van vrijstelling op grond
van artikel 17, 18, 18a of 19 WRO, welke schade redelijkerwijze
niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en
waarvan de vergoeding niet of niet voldoende door aankoop,
onteigening of anderszins is verzekerd, de gemeenteraad hem op
zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding
toekent.
Verzoekers stellen in hun verzoekschrift dat als gevolg van de
realisering van de woonwagenlocaties aan de Rijnauwenstraat, de
Gageldonkseweg en de Ruitersboslaan de verkoopwaarde van de
panden is gedaald en daardoor door hen schade wordt geleden.
Wij hebben de ingekomen verzoekschriften voor uw raad ter inzage
gelegd.
In Breda is van kracht een verordening die de procedure regelt
bij toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening*. Deze procedure verloopt als volgt:
a. verzoeken om schadevergoeding moeten worden gericht aan de
gemeenteraad en worden niet eerder in behandeling genomen dan
nadat een bedrag ad 50,00 is gestort;
b. binnen twee maanden (met de mogelijkheid van twee maanden
verdaging) beslist de gemeenteraad over de ontvankelijkheid
van een verzoek;
c. indien het verzoek ontvankelijk is, wijst de gemeenteraad
vervolgens een schadebeoordelingscommissie, bestaande uit
drie leden, aan die moet adviseren over een verzoek;
d. deze commissie brengt binnen vier maanden advies uit;
e. de gemeenteraad beslist vervolgens over een verzoek binnen
twee maanden;