RAADSVOORSTEL vervolg 323
De onderbouwing van het bruto investeringsvolume werd gegeven in
de "notitie inzake de financiële kaders project huisvesting
Bibliotheek/Muziekschool en centrum voor Kunstzinnige Vorming".
Nu de ontwerpfase is afgesloten alsmede de onderhan
delingen met de diverse aannemers, kan op basis van offertes
inzicht worden verschaft in de financiële ontwikkelingen die
sedert mei 1991 hebben plaatsgevonden.
Evenals bij het voorstel aangaande het voteren van het voorbe
reidingskrediet geven wij u dat inzicht door middel van een voor
U ter inzage gelegde set overzichten, genaamd "Financiële
overzichten project Sint Janstraat - Molenstraat"
Ter nadere toelichting op deze financiële overzichten merken wij
nog het volgende op:
b. Investeringsomvanq
De bruto investeringsomvang is thans op basis van de offertes en
rekening houdend met:
- extra kosten vanwege fasering
- het op prijspeil brengen van de kosten op niveau
december 1991
- renteverlies tijdens de bouw
- (afkoop) risico loon- en prijsstijgingen tijdens de bouw
- niet verrekenbare B.T.W. en
- diverse stelposten
te stellen op een bedrag van (afgerond) 31.586.700,(zie
overzicht 8)Ten opzichte van de raming van mei 1991, welke
uitkwam op een bedrag van 28.401.000,is dat 3.185.700,
meer.
Hoewel overzicht 2 de verschillen laat zien tussen de kosten
exclusief B.T.W. zoals die in mei 1991 werden geraamd en de
stichtingskosten nu op basis van de planontwikkeling, offertes
en prijsonderhandelingen (eveneens exclusief B.T.W.) is een voor
100 sluitende verschillenanalyse nagenoeg uitgesloten.
Dit wordt o.a. veroorzaakt door de omstandigheid dat de prijs
ontwikkelingen (van één jaar) en planontwikkelingen niet exact
op hun afzonderlijke merites zijn te beoordelen omdat ze elkaar
wederzijds beïnvloeden.
Verder zijn doorwerkende effecten waarneembaar in o.a. honora
ria, (afkoop) risico loon- en prijsstijgingen tijdens de bouw en
renteverliezen tijdens de bouw. Deze posten fluctueren immers
met het niveau van de bouwkosten.
Ook de B.T.W is steeds een kostenverhogende factor bij hogere
kosten.
Het hogere bruto-investeringsvolume laat zich dan ook globaal
verklaren door de planontwikkeling met doorwerkende effecten in
diverse posten, meerkosten als gevolg van fasering, hogere
grondkosten en B.T.W.
Opgemerkt dient nog te worden dat het bruto-investerings
volume, zoals wij dat in ons voorstel van mei jl. hebben gepre
senteerd was gebaseerd op het prijspeil van december 1990. De
prijsontwikkelingen in periode december 1990 tot december 1991