8)
- 9 -
RAADSVOORSTEL vervolg 323
(3,95 zijn uitgaande van het bruto-investeringsvolume van mei
26.500.000,binnen dat investerings-volume opgevangen door
een vermindering van de post "planontwikkeling/onvoorzien"
Het bovenvermelde investeringsbedrag zal onder aftrek van de
reeds beschikbare dekkingsmogelijkheden (netto opbrengst be
staande panden, onderhoudsvoorzieningen en kapitaallasten van de
huidige panden) gedekt dienen te worden uit de kapitaallasten-
component welke behoort bij een investeringsvolume van
17.250.000,
Ook de overige gevolgen voor de exploitatie zullen gedekt dienen
te worden binnen de gelden van de huidige exploitaties.
c. Netto benodigde investerinascaoaciteit
Deze kan als volgt in beeld worden gebracht:
Bruto investeringscapaciteit
Af- Opbrengst van bestaande panden
verminderd met de boekwaarde -/-
- Bestaande onderhoudsvoorzieningen -/-
Netto investeringscapaciteit
Af-Beschikbare kapitaallasten, omge
rekend naar investeringscapaciteit -/-
Uiteindelijke netoo investeringscapaciteit
Ten opzichte van de raming van mei is dat een vermeerdering van
2.875.400,Dit betekent echter geenszins dat hierdoor
budgettaire problemen zouden ontstaan.
Het gaat immers om de vraag of de kapitaallasten die samenhangen
met de uiteindelijke netto investeringscapaciteit 1.883.200,-
volgens overzicht 8) passen binnen de kapitaallasten
2.104.500,-) die beschikbaar zijn bij het onrendabel investe
ringsvolume van 17.250.000,
Wij constateren dat het benodigde bedrag voldoende is ten
opzichte van het beschikbare bedrag en dat er daarna nog
221.3 00,kapitaallasten resteren, welke beschikbaar blijven
voor de cultuurprojecten.
d. Exploitatie van het gebouwencomplex
In de bruto stichtingskosten ad 31.586.700,waarin de
grondkosten zijn begrepen is tevens rekening gehouden met het
feit dat de Bibliotheek wel en de Muziekschool/C.K.V. per saldo
geen B.T.W. in aftrek kan brengen.
De uiteindelijke stichtingskosten waarover rente en afschrijving
moet worden betaald ligt op een lager niveau dan het bruto
investeringsbedrag, omdat de netto-opbrengst van de verkoop van
de bestaande panden alsmede de naar eindwaarde berekende onder
houdsvoorzieningen ineens op de bruto stichtingskosten in
mindering kunnen worden gebracht. Derhalve:
(zie ook overzicht
31.586.700,
5.574.100,—
906.000,
25.106.600,
4.981.200,
20.125.400,