- 6 -
RAADSVOORSTEL vervolg 324
Voor de afhandeling van alle procedures is - naar het zich nu
laat aanzien - een periode van ongeveer 7 maanden nodig.
Een onderwerp, dat bijzondere aandacht heeft, is het rijksmonu
ment Kloosterkazerne. Aanvankelijk was er onduidelijkheid over
de omvang van dat monument. Duidelijk is thans, dat het gehele
U-vormige gebouw rijksmonument is. Het vrijstaande, ten oosten
daarvan gelegen gebouw is geen monument, noch rijksmonument noch
gemeentelijk monument.
In het overleg met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg is de
relatie van de nieuw te bouwen schouwburg met de Kloosterkazerne
besproken*. De volgende hoofdpunten zijn aan de orde geweest:
het gaat in casu niet alleen om het gebouw van de Kloosterka
zerne zelf, alswel meer nog om de vraag binnen welke stede-
bouwkundige context het gebouw valt (zichtlijnen, e.d.);
wanneer de Kloosterkazerne of delen daarvan betrokken worden
bij het nieuwbouwproject schouwburg, dan heeft dat tot gevolg
dat het gebouw er zelf beter van wordt, maar ook dat het
vinden van oplossingen voor de schouwburg erdoor vergemakke
lijkt wordt. De combinatie van beide panden (of een mogelijke
integratie) geeft een meerwaarde aan zowel de Kloosterkazerne
als aan de schouwburg. Bovendien geeft het een meerwaarde aan
het stedelijk totaalbeeld in dit gedeelte van de binnenstad;
de voorgevel van de Kloosterkazerne dient vrij gehouden te
worden. Er is geen bezwaar tegen situering van de schouwburg
aan de kopse kant (tussen Kloosterkazerne en Stadskantoor)
- het verdient voorkeur het open karakter van het binnenplein
te behouden door zicht hierop via entrees aan het Klooster
plein en Claudius Prinsenlaan.
Concluderend kan worden gesteld, dat de bouw van een nieuwe
schouwburg in relatie tot het integraal te handhaven monument
Kloosterkazerne als een bijzonder positieve ontwikkeling geken
schetst kan worden, zowel als meerwaarde voor het stedelijk
totaalbeeld als voor de Kloosterkazerne als monument.
In aansluiting op eerdere contacten met het ministerie van
defensie in het kader van de consequenties van de defensienota,
hebben wij over het terrein van de Chassékazerne en over de
Kloosterkazerne principe-afspraken kunnen maken*. Deze luiden
als volgt:
het ministerie van defensie heeft verklaard de onderhandelin
gen te willen starten over de verwerving van het terrein van
de Chassékazerne door de gemeente, met uitzondering van een
door de inspectie der domeinen ingebrachte claim van la 1,5
ha. op dat terrein en onder de voorwaarde dat het terrein van
de Seeligkazerne onaangetast kan blijven voortbestaan;
gezien de nu bekende planning zal het terrein van de Chassé
kazerne, inclusief de Kloosterkazerne, uiterlijk medio 1993
door defensie ontruimd zijn. De onderhandelingen over de
verwerving van het terrein door de gemeente zullen starten in
het eerste kwartaal van 1992;
het voor de nieuwe schouwburg benodigde terrein kan zonodig