-3-
327
Artikel 10
De koper en diens rechtsopvolgers doen afstand van de bevoegd
heid, omschreven in artikel 690 van het burgerlijk wetboek,
voor zover de aan het verkochte terrein grenzende grond
eigendom van de gemeente is.
Hij is verplicht het verkochte terrein af te sluiten overeen
komstig de bepalingen van de bouwverordening voor de gemeente
Breda.
Artikel 11
De zakelijke lasten en belastingen van het gekochte geheven
wordende, zijn met ingang van de datum van het verlijden van
de akte van transport, voor rekening van de koper, onverschillig
te wiens name de aanslag geschiedt.
Artikel 12
Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorwaarden stellen
ten aanzien van de aansluiting van de bebouwing op de centrale
antenne-inrichting.
Artikel 13
Koper en diens rechtsopvolgers zijn verplicht de woningen aan
te sluiten en aangesloten te houden op de stadsverwarming. De
voorzieningen die de stadsverwarming omvat zijn de levering
van warmte voor ruimteverwarming en warm tapwater.
Ten aanzien van die aansluiting wordt verwezen naar de
aansluitvoorwaarden van de N.V. Regionaal Distributiebedrijf
PNEM Breda.
Artikel 14
Indien als gevolg van de bouw overtollige grond van het
bouwperceel moet worden afgevoerd, mag deze slechts worden
afgevoerd naar een door de gemeente aan te wijzen plaats
binnen de gemeentegrenzen.
Artikel 15
Koper of diens rechtverkrijgenden moeten gedogen, dat palen,
lantaarnpalen, kabels, draden, isolatoren, rozetten, aandui
dingsborden en pijpleidingen, voor openbare doeleinden
bestemd, op, in, aan of boven het verkochte en de daarop
opgerichte opstallen worden aangebracht en onderhouden, op de
plaatsen waar en de wijze, waarop het college van burgemeester
en wethouders dit nodig zal achten; omtrent bedoelde plaats
en wijze wordt tevoren met de eigena(a)r(en) overlegd; koper
of diens rechtverkrijgenden zijn verplicht al hetgeen krachtens
deze bepaling is aangebracht te laten bestaan. Het college
van burgemeester en wethouders zal in daarvoor in aanmerking
komende gevallen een billijke vergoeding voor als gevolg van
de bovengenoemde gedoging werkelijk geleden schade toekennen.
Artikel 16
Partijen doen afstand van het recht om op grond van het
bepaalde in de artikelen 1302 en 1303 van het burgerlijk
wetboek ontbinding van deze overeenkomst te vragen.